In een krantenartikel d.d. 4 februari 1964 valt te lezen dat de werkzaamheden op dat moment al in volle gang zijn. Uit het artikel valt verder op te maken dat reeds in de eerste dagen van februari 1964, dus slechts een half jaar na de eerste briefwisselingen, een gasreservoir werd aangeboord (afb. 12). Op 1.200 meter diepte bleek in een zandsteenlaag inderdaad het vermoede aardgas te zitten. Het gas stond onder een druk van ca. 100 atmosfeer (het aantal atmosferen is ongeveer een tiende van het aantal meters onder de grond) Dit feit haalde destijds radio en televisie. De hoeveelheid van circa 0,2 miljard kubieke meter viel echter tegen. In het bewuste artikel wordt ook nog een aardig voorvalletje beschreven over hetgeen de reporter en zijn fotograaf overkwam. Wij willen u dit niet onthouden (afb. 13). Omdat de hoeveelheid aangetroffen gas relatief gering was, werd jarenlang niets met het gasveldje gedaan. Toen een andere maatschappij (Amoco) ten noorden van Egmond gas vond, werd het mogelijk het gas van de NAM via een korte verbinding op de leidingen en installaties van Amoco aan te sluiten. In 1996 - 1997 begon de locatie Egmond-Wimmenum steeds slechter te produceren en werd in 1998 geheel stilgelegd. Hierover later meer. In het volgende nummer van Geestgronden kunt u het vervolg van de geschiedenis van de boortoren lezen.Q Bronnen: Archief Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) Regionaal Archief Alkmaar Archief Piet Groen 68 Geestgronden, 12 (2005), nr. 2/3

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2005 | | pagina 20