Op 27 januari 1942 werd een kouderecord gevestigd dat nog steeds staat; in
Winterswijk werd toen een temperatuur van 27,4 graden onder nul gemeten.
In de jaren van de strengste winters (zie boven) werden ook Elfstedentochten
gereden. Ook in de jaren 1909, 1912, 1917, 1933, 1941, 1954, 1956, 1985,
1986 en 1997 (totaal 15 tochten) werd deze tocht der tochten gereden. Het
vroor weliswaar minder streng, maar toch lang genoeg om de
Elfstedentochten te laten doorgaan.
Achter ons huis aan de Voorstraat op de plaats waar nu, tegenover de
Noorderstraat, nog de afscheidingsmuur staat, was een klein tuintje. In de
tuin stond een waterpomp. Zodra het begon te vriezen, werd door vader
Blaauboer het tuintje onder water gezet en zo hadden we een mooi ijsbaan
tje. We leerden op die manier al vroeg op schaatsen te staan en beleefden
daar ontzettend veel plezier aan. De pomp staat nu nog steeds in de tuin.
We schaatsten ook in de duinen op het poellandje achter Zwartendijk, waar
het afvalwater van het kindertehuis werd geloosd. Er was daar toen nog
geen openbaar riool. Als het had gesneeuwd waren we dagelijks uren in de
weer om met de slee van het duin af te glijden. In de winter van 1947 lag er
wekenlang een dik pak sneeuw. Er kwam toen een nieuwe wintersport in
zwang: het ski-lopen in de duinen. Skies hadden we niet en ze waren
bovendien voor de meeste mensen veel te duur om te kopen. We begonnen
ze daarom zelf te maken van plankjes met van voren een bocht van gebo
gen triplex. Dit alles werd met een beugeltje vastgezet. De voetsteunen
werden gemaakt van blikjes met schaatsriemen erdoor. Daarnaast maakten
we nog twee bezemstokken met een spijker onderin om af te zetten. Om het
glijden te vergemakkelijken, smeerden we de onderkanten van de plankjes
in met meubelwas. Het resultaat was geweldig en na enige dagen gleden we
als geoefend ski-loper door de duinen. Mijn destijds eigen gemaakte skies
zijn nog steeds in mijn bezit.
In de loop der dertiger jaren, na het leren schaatsen in het tuintje en in de
duinen, was de volgende stap om bij vriezend weer naar Egmond aan den
Hoef te gaan om daar te gaan schaatsen op de Hoevervaart. Ik ging er al
voor schooltijd heen om te voelen of het ijs al hield. De vaart liep toen nog
aan de zuidkant van de Julianaweg en liep door tot aan de Herenweg.
Zittend op een beurtschip dat lag ingevroren achter de garage van de fami
lie Belleman, bonden we onze schaatsen aan. Eerst ging het allemaal onder
toezicht van vader Blaauboer die zelf ook graag een baantje schaatste maar
al gauw stonden we op eigen benen en met andere jongens trokken we over
de vaart de Egmondermeer in. Eerst onder het spoorbruggetje door tot de
Geestgronden, 12 (2005), nr. 1
35