Het plan van het kerkbestuur kon gerealiseerd worden in de tuin van de pastorie, langs de Plantsoenstraat. Maar zo'n groot complex kon niet door de parochie alleen bevolkt worden. Voor het rendabel maken moest het wel een multifunctioneel gebouw worden. Als noodkerk moest het plaats kun nen bieden aan 500 personen. In het seizoen werd zelfs het patronaatsge bouw voor kerkdiensten in gebruik genomen, hetzelfde gebouw dat ooit in 1904 als schuurkerk dienst had gedaan. Maar dat was nog geen oplossing. Daarom werd voor het eerst een zaterdagavonddienst in de kerk gehouden, waarmee de 'zondagplicht' naar zaterdag werd verschoven. Was er toen, in 1970, al sprake van teruglopend kerkbezoek? Waren ook zij die hier op vakantie kwamen, minder geïnteresseerd? Want min of meer onverwacht bleek dat er wel voldoende plaats was. Het kerkbestuur krabde zich eens achter de oren. Was de investering voor een noodkerk niet een te groot risico? Was een sporthal/toeristenkerk niet een stap te ver? Nam het kerkbestuur niet te veel hooi op zijn vork? Vele vragen, waarop geen ant woord gegeven kon worden. Toen de kerkelijke overheid van Haarlem een gedegen exploitatieoverzicht met een nauwkeurige omschrijving van de behoefte aan zo'n gebouw verlangde, kregen twijfels de overhand. De plan nen konden wel eens te hoog gegrepen zijn. Misschien was men ook in het dorpje aan zee wat al te eigengereid bezig. Na het uiteindelijk afwijzende antwoord van het bisdom werden de plannen dan ook radicaal van tafel geveegd. Ze hadden de discussies in een periode van tien jaar beheerst, waardoor andere zaken zoals het onderhoud van de kerk achterop waren geraakt. Het kerkbestuur nam een kloek besluit: vanaf dat moment werd alle aan dacht gericht op de restauratie van het kerkgebouw, dat inmiddels in verval was. Het is nu ruim dertig jaar geleden dat die restauratie plaatsvond. Oecumenische samenwerking Ook in 2004 wordt er weer hard gewerkt om het kerkgebouw, dat gemeen telijk als gezichtsbepalend monument wordt beschermd, op te knappen. De parochie bestaat met haar kerk nu honderd jaar. Het kerkbezoek is, vergele ken met vroeger, aanzienlijk minder. Maar er is sprake van enthousiasme, vooral onder de vele vrijwilligers die alles doen voor het instandhouden van het honderdjarige oude kerkje voor de toekomstige generatie. 142 Geestgronden, II (2004), nr. 4

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2004 | | pagina 26