Maar het kerkbestuur van toen had moeite de eindjes aan elkaar te knopen. Was de collecteopbrengst vóór de splitsing nog 40 tot 50 gulden per maand, nu kwam men niet hoger uit dan 20 gulden en dikwijls nog minder. Gelukkig kwam toen reeds het toerisme op gang, waardoor de opbrengsten in de zomer wat hoger waren. Ook van de vakantiekolonies werden inkomsten ontvan gen, want er kwamen veel kinderen met hun leidsters naar de kerk. In Egmond aan den Hoef hadden ze nog geen kerkhof met 'gewijde aarde', in Derp wel. Het gevolg was dat ze hier kwamen begraven. Dat was een kans om de inkomsten wat op te vijzelen. 'Het is billijk' zo staat er geschreven, 'dat voor elk groot lijk van Den Hoef een bijdrage wordt gevraagd en voor elk klein lijk (een kind) een lager tarief'. Met de opbrengst kon het kerkhof uitgebreid worden. De oorlogsjaren: de ontruiming van de kerk De Tweede Wereldoorlog bracht extra zorgen met zich mee. Egmond moest evacueren. De parochianen, ook de kerkbestuursleden, woonden overal ver spreid. Voor de toenmalige pastoor Sijstermans was het niet mogelijk om nog een normale vergadering te beleggen. Zijn opvolger, pastoor Toebosch, leed een karig bestaan. Hij had nog enkele parochianen om zich heen, totdat iedereen moest verdwijnen. Hij probeerde zijn kerkje nog open te houden en kreeg van het bisdom het advies 'een bevriende relatie van de Duitse Ortscommandant in de arm te nemen'. Dat moest wel een NSB-er zijn. Aan zo iemand een gunst vragen kwam bij hem in het stuk niet voor. Het zou toch niet geholpen hebben, want tenslotte moest ook pastoor Toebosch weg. In 1943 draaide hij de kerkdeuren op slot. Hij belandde zelf in Heiloo, van waaruit hij zo goed en zo kwaad als het ging het contact met zijn parochia nen probeerde te onderhouden. Maar de kosten van zijn gesloten kerkje, zoals leningen, verzekeringen enz. gingen door. En de kerkbestuurders waren vrijwel onbereikbaar. Tenslotte ontving hij ook geen toelage meer om in zijn levensonderhoud te voorzien. Daarom kreeg hij het advies van het toenmalige bisdom, zich te wenden tot het bureau 'Afvoer burgerbevol king'. Ten einde raad schreef hij dat bureau, 'dat zelfs een kloosterling, hoe wel soberheid gewend, niet kon leven zonder enig inkomen'. Genoemd bureau gaf de brief door aan het bisdom, dat vond 'dat er geen moeilijkhe den van enige betekenis waren'. Het beloofde wel te helpen 'maar het is ons nog niet duidelijk dat deze moeilijkheden aanwezig zijn', zo schreef men pastoor Toebosch. Ze hadden in Haarlem kennelijk geen weet van de evacu atie en de problemen waarmee deze parochieherder te kampen had. 140 Geestgronden, 11 (2004), nr. 4

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2004 | | pagina 24