rekening moest worden gehouden. In huis werd begonnen met zoveel
mogelijk gordijnen af te nemen en daarvoor in de plaats zwart aan te bren
gen. Aan de voorgevel van het huis werd een graflantaarn gehangen, zodat
men wist dat daar een dode in huis was. De graflantaarn was een lantaarn
zonder kaars, omdat het licht verdwenen was. Er hingen soms zwarte linten
aan de handgrepen. Sommigen hadden hun eigen graflantaarn, anderen
leenden deze.
Afb. 26: Graflantaarn aan de voorgevel van een sterfhuis in de 17° eeuw (uit Jan
van der Veens Zinnebeelden oft Adamsappel, Amsterdam 1658)
Het luiden van de doodsklok is voor ons gevoel het aangeven van de plech
tigheid van de begrafenis. Maar oorspronkelijk luidden de klokken om de
lucht te zuiveren en om met lawaai demonen te verjagen. De klok werd
door de buren geluid; zij droegen ook de kist. Meestal had men zes dragers
voor de kist. Een kind van nog geen jaar oud werd echter door de vader zelf
gedragen.
Kosten
Bij een begrafenis waren altijd veel mensen betrokken: naast de familie en
buren ook vrienden en kennissen. En verder de aanspreker, de dragers van de
kist, de timmerman, de grafdelver, de herbergier enzovoort. Die hele cultuur
rondom een overlijden kon overigens alleen door de rijken in stand worden
gehouden. Het kostte dan ook allemaal nogal wat. Wie geen geld had kon
'van de armen begraven' worden, maar dat werd als een schande ervaren.
76
Geestgronden, 11 (2004), nr. 2/3