De kist werd op de dag van de begrafenis gesloten. Sieraden, die ti jdens het
opbaren waren gebruikt, werden voor het sluiten van de kist verwijderd.
Eventueel werd ook de pruik verwijderd.
Doodsmaal
Na het sluiten van de kist verlieten de waeburen het vertrek en begaven
zich naar een andere ruimte of naar een hoek van de sterfkamer. Daar slo
ten zij zich aan bij de bloedverwanten en overige buren, om zich naar har
telust tegoed te doen aan de weliswaar koude, maar in elk geval overvloedi
ge maaltijd. Rijk of arm, iedereen gaf een "doodsmaal'. Doorgaans werd de
maaltijd in het huis van de overledene gebruikt. Tijdens de maaltijd werd
soms meteen het testament voorgelezen.
De leveranciers liepen in die dagen af en aan om de bestellingen te bren
gen. Waren de nabestaanden niet bij machte om enige kosten te maken, dan
waren de buren wel bereid een renteloos voorschot te geven. Het grafmaal
met toebehoren was een vast gebruik, daar viel niet aan te tornen. Op de
zevende dag was er weer een begrafenismaal, evenals bij het begin van de
nieuwe maand en ten slotte op de laatste dag van het jaar. Deze maaltijden
heetten: uitingen, doodbieren, groevebieren, troostbieren. en op het platte
land dikwijls doodvetjes. Na de begrafenis ging men op het platteland vlug
aan tafel en dan kwamen de ham, de groevebollen, ossenribben en veel pot
ten bier op tafel. Natuurlijk werd er eerst voorgebeden, dat deed de pastoor
of de dominee, en als die er niet waren de timmerman die de kist had
gemaakt. De maaltijd bestond uit geraspt brood, beschuit, koekjes en krake
lingen. En bij voorname personen ook nog uit kaas en vlees.
Was een kind gestorven en begraven, dan werd het doodsmaal 'een feest
voor de jeugd'. Rijstebrij met suiker en kaneel stond dan op het menu,
waarvoor de kinderen toestroomden. De kinderen die een innige band had
den met het overleden kind kregen ook nog een gedenkpenning, die speciaal
voor deze gelegenheid werd geslagen. Het geven van rouwpenningen was
een specifiek Noord-Hollandse gewoonte. Later werden er bidprentjes uit
gegeven in de katholieke kerk. Daarop stond vaak een klein stukje over het
leven van de overledene.
Graflantaarn en doodsklok
Uitvoerig werden de zaken van de begrafenis geregeld. Ook al betrof het
een zeer eenvoudig persoon, er was rompslomp genoeg waarmee terdege
Geestgronden, II (2004), nr. 2/3
75