JAN
GYSEN,
VAN
Het aanzeggen is een oud gebruik. De aanzegger is een bode des doods en
als zodanig drager van de geheimzinnige doodsmacht. Hij mocht niet zon
der meer binnenkomen, want dit zou een ramp veroorzaakt hebben.
Ook al wist men precies wie er in de kleine gemeenschap overleden was,
men hoorde met eerbied de bode aan, want nu wist men het pas officieel.
Was de boodschap gedaan, dan was het gevaar afgewend en kon de aanzeg
ger binnentreden om te worden getrakteerd op koffie, maar vaker nog op
een borrel zodat menig aanzegger niet nuchter thuiskwam.
IN AMSTERDAM, 4
Anno Een DuyzcndZeven Hondcrt en Twee-en-Twintig in Vreeden
Den der Je van Sprokkel-Maand, werd UE. ter Begravtnge gebuden
MET II ET LYK VAN
Poi i (I Xinvr.ei*fi;tTeefals op Maat,
Het IA K rs! t ycedrjacen werden in de Egelantierstraat,
Ten Huyzc van Ru i i tl AM, H.urftryderdaar v woonden»
En aan de Buurcn ltecJ> zyn goede gunt! betoonden-
't Is aan de Zuydzyby de derde Du-arsllraat om wei te ver&ian
En om niet verkeert of door abuys voorbv te gaan
Afb. 25: Aanspreekbrief van Jan van Gysen
Aanspreker
Aansprekers werden vroeger ook bidders genoemd. Met 'bidden' bedoelde
men niet 'het bidden' zoals in de kerk maar 'het uitnodigen'. Zij 'nodigden
ter begrafenis'. Hij stelde de aansprekerceel op met de familieleden. De
ceel werd door de aanspreker overhandigd of later per post toegestuurd.
De taken waren: aangifte doen bij het gemeentebestuur; de doodskist
'besteden' bij een timmerman; familie en vrienden in kennis stellen van het
overlijden; een verzoek aan de schout richten om op het begrafenismaal de
tafel te mogen dekken; de gasten voor het begrafenismaal uitnodigen; spij-
Geestgronden, 11 (2004), nr. 2/3
73