Ook de kinderen kregen goed en gevarieerd te eten. Dat moest ook wel, want
zij kwamen op medisch advies juist om aan te sterken. Zo aten ze worteltjes,
spinazie, gemalen vlees, magere runderlappen, verse sla, komkommer, toma
ten, soms peulvruchten en één keer in de week vis. Zeker twee keer per dag
ging de hele groep naar buiten om te wandelen. En dat was ook goed voor de
eetlust. Na ongeveer drie weken mochten de ouders hun kinderen opzoeken.
Tijdens zo'n bezoekdag en vooral bij het afscheid vloeide er menig traan. Ook
de dokter kwam af en toe 'n kijkje nemen.
Soms liep er wel eens een kind weg. Maar gelukkig werden ze altijd snel weer
gevonden. Het was een hele verantwoordelijkheid voor de zusters en verzorg
sters. Ook werd er altijd gebeden en gezongen. Wat dat betreft was het een echt
christelijk huis. Zo gingen de zusters en verzorgsters ook zondags naar de kerk.
De kinderen speelden dan in de speelzaal. Ik hoop dat de kinderen een goede
tijd hebben gehad in ons Egmond. Wij als personeel, hebben in elk geval ons
best gedaan om het de kinderen zo goed mogelijk naar 't zin te maken.
Tot slot wil ik zeggen dat ik het fijn vind dat ik in Egmond tussen al deze
fijne mensen heb geleefd. Dat het nog lang zo moge blijven.
62
Geestgronden, 11 (2004), nr. 2/3