Een aantal dagen later, na bovengenoemd schrijven, volgt een nieuw schrij
ven gedateerd 7 maart 1895 met: "Voorwaarden waarna Heren Kerkvoogden
der Nederlands Hervormde Gemeente te Egmond aan Zee bij openbare
inschrijving zullen verkopen: de afbraak van de pastorie der Nederlands
Hervormde Gemeente met daarnaast gelegen schuur en woning". Ook hierin
wordt een zestal artikelen genoemd. Voor artikel 3: zie afb. 8. Even verder
in de brief staat:" Op donderdag den zevenden maart achttienhonderdvijfen
negentig is door de Kerkvoogden der Nederlandse Hervormde Gemeente te
Egmond aan Zee overgegaan tot het openen der verzegelde inschrijvingsbil
jetten van de gegadigden die zich bereid hebben getoond Pastorie en bijge
bouwen volgens daarvan opgemaakt bestek af te breken". Voor de namen
van de inschrijvers zie afb. 9.
l~' y "Z 7
Afb. 9: Het bod van de heren voor de afbraak (uit het schrijven van 7 maart 1895)
(uit collectie P. Groen)
Uiteindelijk wordt het Gerrit Ruigewaardaannemer te Egmond aan Zee die
de eer te beurt valt en tot zijn borgen heeft gesteld: Jan van de Meij, vrachtrij
der en Jacob Hopman, koopman beiden wonende te Egmond aan Zee. De klus
zal worden geklaard voor de somma van 600 gulden. Hierna is de brief onder
tekend door de president met zijn secretaris evenals aannemer Ruigewaard.
Op maandag 1 juli 1895 vindt de aanbesteding plaatst (zie afb. 10 en 11).
Geestgronden, II (2004), nr. I
13