In juni 1695 verkoopt Symonsz zijn perceel en worden Kniertje en Trijntje
Jacobs samen met Klaas Teunis eigenaar, waarvoor beide partijen 140 gul
den neertelden. Hiervan had zeventig gulden betrekking op losse goederen.
In januari 1728 verkoopt de weduwe Maartje Teunis het pand voor 120 gul
den evenals voor 155 gulden gereedschappen bestaande uit kuipen, bakken
en hanghout aan Jan Aalbertsz Wagenaar. Volgens het historische kadaster
van Willem van den Berg (deel 1 bladzijde 178), wordt tussen 1731 en
1750 perceel Al36 aangebouwd (zie afb. 4). In januari 1752 wordt het
pand aangeduid als een dubbel woonhuis annex timmerschuur en erf en
verkocht aan Symon en Jan Planteijt voor 758 gulden. Dit mocht in twee
termijnen worden betaald. In maart 1761 verkoopt Trijntje Pieters, inmid
dels weduwe van Symon Planteijt, haar deel van het bezit aan Jan Planteijt
voor 275 gulden. Op 10 december 1781 vindt een openbare veiling plaats
van de locatie en worden de erven van wijlen Jan Planteijt voor 690 gulden
eigenaar. In 1784 vindt namens de erven wederom een openbare veiling
plaats en krijgt de Egmonder Jacob Pluijmgraaff voor 1.575 gulden het per
ceel in bezit. Op 19 april 1789 verkoopt de heer Pluijmgraaff zijn bezit aan
de weledele heer Daniël Carel de Dieu voor 1.200 gulden inclusief de ruil
van de oude pastorie die was getaxeerd op 500 gulden. Op dat moment
wordt Al36 weer afgesplitst terwijl Al35 in het vervolg doorgaat als gere
formeerde pastorie (zie afb. 4).
De oude pastorie is van 1653 tot 1789 gevestigd in het pand met het oude
kadastrale nummer V82 (zie afb. 5). Dit pand is later Herberg Zeezicht en
is nog voor 1832 afgebroken. Terwijl de tijd voort gaat vinden de notabelen
van het Nederlands Hervormde Genootschap dat hun onderkomen niet
meer aan de wensen voldoet en zij stellen daarom in 1892 een berekening
op voor de bouw van een nieuwe pastorie op dezelfde locatie. In de gespe
cificeerde rekening valt te lezen dat de afbraak van het oude gebouw wordt
geraamd op 205 gulden. Voor de nieuwbouwwerkzaamheden is het volgen
de te verwachten:
Metselwerken 2.075,35 gulden
Stukadoorswerk 373, - gulden
Binnenwerken 2.664, - gulden
Metaalwerken 593, - gulden
Verven, behangen en beglazen 619, - gulden
Diversen 975, - gulden
Bij het bovenstaande wordt rekening gehouden met een aftrekpost van
8
Geestgronden, II (2004), nr. I