een zeer aanzienlijk en rijk edelman, was de zoon van Willem IV (f 1483) en Walburga, vrouwe van Baer en Lathum uit het huis Meurs. Zijn oom Amold was sedert 1423 hertog van Gelre en zijn broer Frederik vanaf 1472 heer en sinds 1492 graaf van Buren. In 1484 huwde hij Magdalena, gravin van Werdenberg (verre familie van Maximiliaan). Zij kregen vijftien wettige kin deren, onder wie Josina, gehuwd met Jan II van Wassenaer, Walburga, gehuwd met Willem de Rijke van Nassau-Dillenburg, Catharina, gehuwd met Frank van Borselen-Cortgene en George, vanaf 1534 bisschop van Utrecht. In 1461 was Jan III al een beroemd krijgsman. Zijn bijnaam Manke Jan dankte hij aan een verwonding opgelopen tijdens het beleg van Doesburg. In 1477 werd hij kamerheer van de latere keizer Maximiliaan, die het slot Nijenburg met de zeven bijbehorende dorpen (Oudorp, Oterleek, Coedijk, St. Pancras, Schermer en Beemster met de halve Vroon en vrije heerlijk heid) in leen gaf. Toen zijn vader in 1483 overleed, kreeg hij de beschik king over aanzienlijke bezittingen, waaronder de heerlijkheden Warmen- huizen. Huisduinen, Harencarspel, Leerdam, Schoonderwoerd, Haastrecht, Baer, Lathum Rijestein, Ochten enz. Ook was hij leenheer van talloze gebieden. In 1483 werd hij stadhouder van Holland. In de partijstrijd tussen Hoeken en Kabeljauwen was hij prominent aan voerder van de Kabeljauwse troepen en steunpilaar van Maximiliaan. Zijn verheffing tot graaf van Egmont in 1486 (hij was toen 48 jaar oud) vormde de kroon op zijn carrière. Vijf jaar later werd hij door Maximiliaans zoon Filips de Schone, toen graaf van Holland, tot ridder van het Gulden Vlies geslagen. Hij stierfin 1516. Jan III werd in 1516 opgevolgd door zijn zoon Jan (Johan) IV. Deze huwde Franchise van Luxemburg-Fiennes en vestigde zich te Hamaide (Zuidelijke Nederlanden). Hij stierf in 1528 (29 jaar oud). Zijn weduwe liet in 1533 het Hof van Luxemburg te Brussel bouwen. Zij bleek met haar schoonmoeder Magdalena van Werdenberg (f 1538) de zaken goed aan te kunnen pakken. Zo liet zij in 1538 door de Edammer Simon Meeuwsz. kaarten vervaardi gen van de Egmondse bezittingen. Haar oudste zoon Karei I sneuvelde in 1541, waarna Lamoraal I opvolgde als 28e heer/4e graaf van Egmont. Hij was toentertijd na Willem van Oranje de rijkste man in de Nederlanden, en met Lamoraal werd het territoriale zwaartepunt van de Egmonts verlegd naar het zuiden. In 1547 liet Fran^oise het Hof te Brussel vergroten. Zij stierf in 1557. Lamoraal (wiens einde op het schavot in Brussel, 1568, nog 44 Geestgronden, 10(2003), nr. 2/3

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2003 | | pagina 7