Barwout II, de 9e heer van Egmont (t 1114) droeg zijn heerlijke rechten te Egmond in onversterfelijk leen op aan de abdij. Barwout Dodensoen (mogelijk uit een zijtak) werd in 1130 advocaat (wereldlijk heer die de wereldlijke belangen van bijvoorbeeld een abt behartigde) van de abdij. Dit ambt werd het onderwerp van honderden jaren strijd met de abdij, aange zien de heren van Egmont dit advocaatschap eveneens als een onversterfe lijk leen beschouwden. Afb. 3a en 3b: Jan III bij Woutersz. (a) en van Alkemade (b) Op vastere bodem De eerste onbetwiste heer van Egmont was Wouter I, bijgenaamd Kwade (dat wil zeggen: snelle) Wouter (t 1208), de 12de heer in successie, volgens de kronieken. Hij wordt in verschillende oorkonden genoemd, waaruit zijn hoge rangorde blijkt. De heren van Egmont werden al in vroege tijden gere kend tot de hoge adel evenals de heren van Cuyk, van Arkel, van Wassenaer, enzovoort. Jan III (geb. 1438), de opdrachtgever voor de fresco's in de Hoef, in zijn tijd Geestgronden, 10(2003), nr. 2/3 43

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2003 | | pagina 6