Kees Blaauboer (1927) haalt jeugdherinneringen op aan zijn avonturen in de dui
nen als jongetje rond zijn achtste en negende levensjaar. (Red.)
C. Blaauboer
ALS JONGETJE IN DE DUINEN
In onze jonge jaren vermaakten we ons veel in de duinen. Vooral in het
voorjaar en met name in de broedtijd van de vogels waren we niet uit het
duin weg te slaan. Maar ook in de winter. Als het had gesneeuwd kon je
heerlijk met de slee van de heuvels naar beneden glijden. Op andere dagen
hielden we ons bezig met vliegeren; soms zetten we een konijnenstrik of
een fazantenhangertje (aan een doorntje met het ogie naar beneden). Met
voerman Engel van der Plas (Engel de Rot) gingen we mee om aardappelen
van de duinlandjes op te halen of om mest voor de landjes te bezorgen.
Afb. 5: Voerman Engel van der Plas zorgde voor vervoer van mest en aardappelen
in duin. Van links naar rechts: Annie Wijnberg (1923), IJda Wijnberg (1926),
Engel van der Plas (1874-1962), Nelly Wijnberg-Blaauboer (1896-1985), Leen
Sloot. De laatste was de zoon van Arie 'Zooilap' of zo je wilt 'Zolap', die schoe
nen repareerde met uit een rubberplaat gesneden zolen
Geestgronden, 10 (2003), nr. 2/3
47