In 1931-1932 bestond er in Egmond een zweefvliegkamp. Piet Groen en Rob
Leijen zijn de geschiedenis ervan nagegaan en bespreken de opleiding en de
vliegtuigtypen. Egmond aan Zee bleek de bakermat van het zweefvliegen in
Nederland te zijn. (Red.)
P. Groen en R. Leijen
HET ZWEEFVLIEGKAMP TE EGMOND AAN ZEE
Het begin in Duitsland (1920)
Na de beëindiging van de eerste wereldoorlog werd in 1919 het Verdrag van
Versailles gesloten. In dit verdrag werd onder andere bepaald dat men in
Duitsland niet meer met motorvliegtuigen mocht vliegen. Een aantal oud-
oorlogsvliegers en enkele jongeren die wel iets zagen in het vliegen meGglij-
toestellen, kwamen in 1920 op de Wasserkuppe' bijeen en bespraken de
mogelijkheden om toch nog te kunnen vliegen. Men kon dus alleen verder
met de 'motorloze vliegerij' en zo werden toestellen ontworpen waarmee
men vanaf de berghellingen kon starten om al glijdend in het dal weer te lan
den. Dit alles bracht de herinnering aan Otto Lilienthal2 weer tot leven. Deze
bouwer van glijtoestellen maakte bij Berlijn van 1890 tot 1896 reeds vele
glijvluchten. De eerste zweefvliegdemonstratie op de Wasserkuppe dateert van
eind juli 1920 toen de eerste Rhönwedstrijd3 werd gehouden. Ieder jaar (tot
1939) vond deze beroemde wedstrijd plaats en dit zweefvliegen werd een
voorbeeld voor vele landen waar men geleidelijk aan ook belangstelling
kreeg voor deze nieuwe luchtvaartsport. Ook in Nederland was dit het geval.
De eerste vereniging in Nederland (1929) en de aanschaf van vliegtuigen
Op 27 december 1929 werd de eerste zweefvliegclub in ons land. de Neder-
landsche Zeilvliegsport Vereeniging - De Vliegende Hollander opgericht.
Op zaterdagmiddag 13 december 1930 werd de Algemeene Nederlandsche
Zweef Vereeniging (A.N.Z.V.) opgericht. Op 22 december 1930 werd in
hotel-restaurant Brinkmann te Haarlem de eerste algemene ledenvergade
ring gehouden.
Omdat de leden over het hele land verspreid woonden, werd besloten in de
zomer van 1931 een centraal zweefvliegkamp voor de elementaire oplei
ding te organiseren. Met de ervaring in dit en zonodig één of meer volgen
de kampen opgedaan, zouden de leden dan later in hun eigen omgeving
Geestgronden, 10(2003), nr.
3