openbare school schoonhouden (dat laatste vond hij niet leuk) enzovoorts.
Tijdens de tweede wereldoorlog moest hij wachtlopen bij de Herenweg en
de Zeeweg, in verband met mogelijke sabotage.
Als je aan de gemeente kwam, kwam je aan hem. Als hij naar zijn idee iets
kon doen dat goed was voor de burgers, dan vroeg hij bij de gemeente om
toestemming, en meestal ging het dan ook door. Zo hoorde hij eens dat Jan
Heddes bomen te koop had voor/25,-. Hij was er als de kippen bij: de
bomen werden gerooid en op klomplengte gezaagd, met hulp van Piet Stet
en Wim Koper. Tinus Kool bracht deze blokken weg naar Schermerhorn,
waar een klompenmakerij was. Hij haalde de klompen later weer op: wel
1300 paar. Dit gebeurde onder toezicht van politieagent Riezebos en
opzichter Ro/.ing. De klompen werden later door Piet verkocht voor 2,50
per paar. Hoewel dit makkelijk lijkt, bleek het in de praktijk moeilijk. Ieder
voelde zich te kort gedaan.
In de tijd dat Piet bij de gemeente was konden de boertjes die een paard
hadden, inschrijven om het vuil op te halen voor 7 tot 8 gulden per week.
Als er meer inschrijvingen waren, dan werd het werk per toerbeurt gedaan,
bijvoorbeeld door Piet Hollander, Arie de Graaf, Pé Houtenbos en Jaap Duin.
Zij brachten het vuil naar het slikland van de weduwe Bommer (bij de
Hogedijk) waar Piet het moest verdelen. In de jaren vijftig kwamen er in
Egmond-Binnen voor het eerst vuilnisemmers. Men was echter nog niet
direct gewend aan deze nieuwe situatie. Er stonden niet alleen emmers,
maar ook dozen en zakken langs de weg. Zeer tegen de zin van de ambte
naren. Het gevolg was dat de vuilnisophalers alleen emmers met Egmond-
Binnen erop leegmaakten en de rest lieten staan. Burgemeester Bakker
kwam uit Heiloo en die had naast de emmer uit Egmond-Binnen nog een
emmer uit Heiloo neergezet. Piet Schilder, die toen achter de vuilniswagen
liep. liet de emmer met Heiloo erop staan. Hij werd daarvoor die middag op
het matje geroepen bij de burgemeester, maar Piet verweerde zich door te
zeggen dat wat voor een ander geldt, ook voor de burgemeester gold. Al
eerder was hij met burgemeester Niele in aanvaring gekomen. Schilder had
met nog enige andere personen een organisatie opgericht, om de ouden van
dagen eenmaal per jaar een uitgaansdag te kunnen aanbieden. Om dit te
bekostigen ging men met een intekenlijst langs de huizen. Als eerste ging
men dan langs de notabelen van het dorp. Zo begon Piet bij de burgemees
ter. Die had op dat moment geen geld bij zich, maar hij schreef wel in voor
25,-. Piet moest er wel twee of drie keer om vragen. Uiteindelijk hield hij
hem op straat aan en wist het geld alsnog te krijgen.
Geestgronden, 10(2003), nr. 1
27