moet haast wel in de Waag op de Nieuwmarkt waar tot 1798 les werd gege ven zijn gebeurd. In zijn tijd duurde de opleiding vijf jaar. De eerste drie jaren was men in de leer bij een meester. De laatste twee jaren werden ook praktijkopdrachten uitgevoerd. Na de opleiding en een succesvol examen kon de chirurgijn voor zichzelf beginnen. Pieter van Lienen was ook eige naar van de herberg Het Rode Hert. Zijn kleinzoon Abraham van Lienen genoot bekendheid als de eerste reddingbootschipper van Egmond aan Zee7. Afb. 14: Het waaggebouw aan de Nieuwmarkt te Amsterdam, waar het chirurgijns- gilde was gevestigd We komen de aanduiding 'chirurgijn' nog een keer tegen: bij graf E-6. van Jan Pan, later erven Pan. Hij was chirurgijn, ontvanger der imposten, afsla ger, burgemeester, kerkmeester en ouderling te Egmond aan den Hoef. Hij was gehuwd met Grietje van Lienen, dochter van Justinus van Lienen en Saartje Reeda en hij overleed in 1777. Jan Pan was eigenaar van de hofste de De Vijveraan de Zuidoever van de Hoevervaart, schuin tegenover De Eenhoorn. Hun enige zoon David was notaris en advocaat te Alkmaar8. 22 Geestgronden, 10(2003), nr. t

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2003 | | pagina 24