Westfriesland en het Noorderkwartier, behandeld. Het bericht was geda
teerd 31 augustus 1777, te Egmond aan Zee opgesteld, en meldde het stran
den van een tot dan toe nog onbekend thuiskomend Oost-Indisch schip. De
Kamer van Amsterdam besloot de equipagemeester A.A. Tissingh en de
gewezen schipper Jan Visser naar Egmond aan Zee te sturen om aldaar de
belangen van de VOC zo goed mogelijk te behartigen. Zij dienden zich met
Van Nassau Woudenberg in verbinding te stellen en hem om de nodige
informatie en hulp te vragen.
Afb. 3: De stranding van de Over-
liout. Gravure van R. Vinkeles en
C. Bogerts naar een prent van J. Buys.
Uit: collectie Rijksmuseum Amster
dam
Op woensdag 3 september 1777 werd een buitengewone (speciale) verga
dering door de Kamer van Amsterdam gehouden. Inmiddels was duidelijk
geworden dat het bij Egmond aan Zee gestrande en door de golven verbrij
zelde schip de Overhout onder schipper Pieter Angelvorst betrof. Van de
bemanning kwamen 38 leden, onder wie de bootsman, behouden aan vaste
wal. De aangespoelde en reeds geborgen goederen waren volgens de bevin-
104
Geestgronden, 9 (2002), nr. 4