van Egmond. en enige helpers; zij dompelden IJsbrand onder. Maar die hief
het hoofd uit het water op en schreeuwde: "Jullie moeten mij niet onder
water houden, want ik hén niet bezeten.Desondanks hielden de monnik
en de anderen vol en drukten IJsbrand met geweld onder, zo lang dat hij de
geest gaf.
Een ernstig ongeval en bovendien een enorme tegenvaller, want men had
elders met onderdompelingen goede ervaringen. Dat de ongelukkige gang
van zaken ook toen al uitermate serieus werd genomen, mag blijken uit het
volgende. Toen broeder Giselbert in 1427 in de running was om abt van Eg-
mond te worden, deed deze affaire hem de das om. Zijn medebroeders wil
den hem niet als hun overste en protesteerden. Het ongeluk van 25 jaar eer
der waren ze nog altijd niet vergeten. Blijkbaar vonden ze, dat Giselbert
een ernstige inschattingsfout had gemaakt en veel te hard en onvoorzichtig
was opgetreden.
Een mooi verhaal, maar het zou voorbarig zijn om er hoop uit te putten. Uit
1552 beschikken we over een verslag van de genezing van opnieuw een
Egmondse waanzinnige en daaruit blijkt dat men in dit soort gevallen nog
altijd weinig zachtzinnig te werk ging. Ditmaal betrof het de razende mon
nik Sebastiaan. Hij was in de ziekenboeg van het Egmondse klooster beland
en toevertrouwd aan de zorgen van de geleerde ziekenmeester Petrus
Zuermond. Zuermond was een telg uit een bekende Alkmaarse familie. Hij
mocht zijn klassieken dan kennen, ais ziekenmeester stond hij nog stevig in
de magische, middeleeuwse traditie.'
We laten de medicus Pieter van Foreest aan het woord. Hij was in 1574 de
eerste hoogleraar medicijnen aan de zojuist opgerichte Universiteit van
Leiden. In dezelfde jaren was hij ook een van de artsen van Willem van
Oranje. Van 1546 tot zijn dood in 1597 was hij stadsdoctor van achtereen
volgens Alkmaar, Delft en opnieuw Alkmaar. Van Foreest heeft in 1552
van de Egmondse affaire een verslag gemaakt en dat aan het eind van zijn
leven uitgewerkt voor zijn Medische Observaties.
"De monnik Sebastiaan (vijfentwintig jaar oud, een robuuste man, goed
gevuld maar een beetje vermagerd, neigend naar zwartgalligheid en behept
met een melancholische constitutie) leidde in de abdij van Egmond een
solitair bestaan. In het voorjaar van 1552 werd hij bevangen door een
mania, in het Latijn insania of furor. Hij werd zo wild, dat vele, zelfs sterke
monniken hem niet in bedwang konden houden. De ziekenmeester van het
klooster, de infirmarius Petrus Zuermond uit Alkmaar, die hem zo waanzin-
120
Geestgronden, 9(2002), nr. 4