van rond 1900 beschrijft Toos Blom het pand en haar bewoners, in de tijd
dat de familie Pranger er woonde. Volgens Blom was het een breed huis
van twee verdiepingen met een blauw hardstenen stoep van een paar tre
den, niet zo hoog als die van de pastorie
Opmerkelijk is nog de vermelding in het bevolkingsregister dat Pranger een
tijdje een zwager en een schoonzus had inwonen: Eveline en Abraham
Kieviet, respectievelijk van 1884 tot en met 1889 en van 1884 tot en met
1885. Het maakt het des te begrijpelijker dat C. Joh. Kieviet wel eens langs
kwam bij zijn Egmondse familie. Toen Pranger in 1883 werd aangesteld,
was C. Joh. Kieviet zelf 25 jaar en net getrouwd. Zijn zus, de vrouw van de
burgemeester, was tien jaar ouder, Eveline en Abraham waren ongeveer
van zijn eigen leeftijd.
De Egmondsche Badbode
Dat Kieviet Egmond wel eens bezocht, blijkt ook uit andere bronnen. In de
Egmondsche Badbode van 1 september 1897 wordt hij bijvoorbeeld
genoemd als één van de badgasten: "C. Joh. Kieviet en familie uit Oosthui
zen: 4 personen". Volgens deze opgave logeerde hij niet in één van de
hotels maar 'in het dorp' - ongetwijfeld bij zijn familie in de burgemees
terswoning. Pranger was overigens één van de grote ijveraars achter de
bevordering van het badtoerisme naar Egmond: hij was jarenlang voorzitter
van de plaatselijke VVV.
Aardig is nog om te melden dat in diezelfde aflevering van de Badbode van 1
september 1897 ook een artikel over 'Jaapie Jaapie' is opgenomen, geschre
ven door een zekere WRL (slechts zijn initialen staan onderaan het artikel
vermeld). De auteur van het stuk verwijst nadrukkelijk naar Kieviets niet lang
daarvoor verschenen jeugdroman Jaepie-Jaepie. "Wilt ge meer van Jaap
weten, zoek hem dan op in zijn eigen huis of koop het kinderboek van C. Joh.
KievietWRL vond het boek zoo goed en zoo aardig en zoo meesterlijk'.
Hij roemde vooral de schrijfstijl: "In boeienden stijl, maar in den echten, juist
getroffen kindertoon, zooals we dat van dien schrijver gewoon zijn geeft hij
een verhaal van de lotgevallen van Jaap. Op gelukkige wijze weet hij den
bootsman en zijn levensverhaal in een boeiend verhaal te vertellen."
Kieviets boeken over Egmond werden dus ook in de badplaats zelf goed
gelezen en aangeprezen bij de badtoeristen die Egmond kwamen bezoeken.
Geestgronden, 9 (2002), nr. 4
117