beperken tot zijn graf, zijn predikantschap, zijn land en landbouwkundige experimenten. Het graf van Picardt Allereerst de kwestie van Picardts graf. Gerding haalt een van Picardts zonen aan, die schrijft dat Picardt (in die tijd predikant in Coevorden) begraven is op 29 mei 1670 "op sondagh naer die Predicatie in het graf voor die Predigstoel bij mijn salige overleden Moeder"Rochusje van Brederode, Picardts vrouw, was in de nacht van 2 op 3 maart 1666 te Coevorden overleden en begraven in het beste graf der Kercke voor den Predigstoel"Picardt ligt dus niet in de Slotkapel. Mogelijk heeft hij tijdens zijn verblijf in Egmond een graf gereserveerd en is dat doorverkocht of overgenomen door de Gerrevincken, zoals Hof oppert. Het wapen op graf zerk G 6-7 in de Slotkapel (zie Geestgronden jrg. 8, nr. 4 (december 2001), pag. 105) heeft geen overeenkomst met het wapen van de Picardts (zie afb. 16). We blijven hier dus zitten met een vraag. Picardt als predikant in Egmond aan Zee Picardt werd in 1623 door de classis Alkmaar in Egmond aan Zee beroe pen. Hij was de plaatsvervanger van ds. Petrus Geesteranus, die wegens zijn extreem remonstrantse gezindheid door de classis was afgezet. (Het waren roerige tijden, waarin veel 'vrijzinnige' predikanten Geesteranus' lot deelden). Eenvoudig was zijn taak niet. Pickardt typeerde Egmond aan Zee als een dorp vol volk, maar de kerk hijkans leeg. Volgens hem was dit te wijten aan zijn voorganger. Er kon, wegens gebrek aan lidmaten, nauwe lijks een kerkenraad gevormd worden. (Er kampten overigens veel gemeen ten in Holland met hetzelfde probleem.) Omdat armoede troef was in Egmond aan Zee, maakte Picardt in 1628 een reis naar diaconieën in Hollandse steden, maar dat leverde hem weinig op. In hetzelfde jaar pro moveerde hij in Leiden tot doctor in de medicijnen. Hij richtte zich daarhij speciaal op geneeskrachtige kruiden en op plantkunde, hoogstwaarschijn lijk vanwege zijn belangstelling voor landbouwcultuur. In 1642 beschuldigde de synode van Enkhuizen Picardt en twee collega's ervan dat ze naast hun predikantschap ook de geneeskunst beoefenden. (De inkomsten van een predikant waren karig, al had Picardt nogal wat bezit.) Voor de keus gesteld een van beide ambten neer te leggen, vroeg Pickardt de classis en de gemeente te mogen vertrekken. Dat werd toegestaan op Geestgronden, 9(2002), nr. I 33

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2002 | | pagina 35