Die misschien dertig centimeter breed te zetten. We mochten zelf geen deuren naar openen noch enige zaken in de hand nemen. Deuren werden opengetrapt of anderszins geforceerd door de Engelsen. Er stonden kisten vol handgrana ten opgestapeld. Alles werd later opgeblazen, ipa- Ook werden wij gewezen op Duitse handgranaten waarvan een stuk van de hem beugel was afgebroken. Als je zo'n granaat zou aanraken zou de beugel 5 de omslaan en de granaat ontploffen. Ze lagen achter deuren of op een kozijn wel of soms gewoon op een soort aanrechtje. Je kon in de verleiding komen zo'n ring ding nonchalant op te pakken. Met alle risico's van dien. Toen wij wisten hoe je zo'n ding aan moest pakken, gooiden we ze in een mijnenveld. Tijdens de instructiedagen van de verzetstrijders op de zolder bij de kap- tus- persfamilie Manté, twee zusters en een broer, hadden we geleerd zelfs in ian- het donker stenguns in elkaar te zetten en te gebruiken. Op diezelfde zolder nog aan de Schoolstraat in Egmond aan den Hoef hebben wij ook tweemaal een teer gevangen genomen Duitser bewaakt, aan on- De Engelsen organiseerden ook dansavonden in de grote zaal van de Prins zet. Hendrik Stichting. Ik ben enkele malen met ze mee geweest naar Amsterdam, oeg Ze hadden veel sigaretten mee maar ook veel blikken vlees, chocolade enzo- als voort. Dit werd onder andere bij Heineken en Amstel geruild voor bier, limo nade, wijn en sterke drank. Wij. de leden van de verzetstroepen, kregen het slse verzoek bij het dansen voor dames te zorgen. Wij wisten wie wel en wie niet als met de Duitsers waren omgegaan. Zij zorgden voor een orkest. En wat voor ken een orkest. Zestien man sterk. De Engelsen wisten wel de weg. Tijdens het 'oen dansen werden regelmatig spelletjes gedaan waarmee steeds leuke prijzen dje. gewonnen konden worden. Meestal chocolade en rookwerk. Na twee dans avonden heb ik de commandant gezegd dat ik niet langer mee zou werken aan het werven van dames. Er waren er die maar al te graag met de Engelse 5'se vriend naar de kamer gingen. Iedere morgen was ik om ongeveer acht uur tact weer in de Prins Hendrik Stichting. Na de dansavonden kwam ik dan zowel op het terrein als in de gangen van de Stichting 'paartjes' tegen. Ze-genoten sst van de alcoholhoudende drank en kenden daarna geen remmingen meer. Ik ^ee wist niet wat ik hier mee aan moest. Het enige dat ik kon doen was afzien eP" van mijn medewerking bij het rekruteren van dames. Na zoveel jaren kan ik me nog slechts twee namen van de Engelsen herin- aai neren: sergeant West en Jack Hipkins. De andere namen, bijvoorbeeld die m~ van de stafofficieren, weet ik niet meer.O van Geestgronden, 9(2002), nr. 1 31

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2002 | | pagina 33