De nu in Alkmaar woonachtige kunstschilder, tekenaar en publicist Chris
Duinmeijer (1954) stamt van origine uit Egmond aan den Hoef. Hij won onder
anderen bij zijn vader Chris (1921) en mevrouw Tiny Melker-Druiven (1922)
informatie in over enkele dorpsfeesten. (Red.)
C. Duinmeijer
BÉKENEN, EEN VERDWENEN DORPSFEEST
Waar zullen we békenen gaan? Al aan de Mosselaan! Al aan de Mosselaan!"
hoor ik mijn vader achter in de auto zingen als we Egmond aan den Hoef
binnenrijden. Békenen - ook wel békemen genoemd - is een ter ziele
gegaan feest. Een groot dorpsvuur gestookt op Sint Matthijs, de 24ste febru
ari. In vele dorpen in ons deel van de provincie - maar naar mij verteld is
ook in Zeeuws-Vlaanderen - werd dit eeuwenoude gebruik in stand gehou
den tot de tweede wereldoorlog. Was het een voortzetting van een heidens
ritueel? Een stamfeest, waarbij het einde van de koude tijden en het weer
lengen van de dagen gevierd werd? In elk geval droeg het feest bij aan het
schoonhouden van het boerenerf. Een soort voorjaarsopruiming dus. Totaal
verdwenen is het feest trouwens niet. Enige jaren terug ontdekte ik, dat het op
het Alkmaardermeereiland De Woude nog in ere gehouden werd.
Maar hoe ging het er in de Hoef aan toe? Twee weken voor Sint Matthijs
begon de schooljeugd met een handkar de deuren langs te gaan voor brand
bare zaken als takken en stro. Bij burgerhuizen was dat materiaal vaak
schaars dus kreeg men daar soms wat munten voor petroleum waarmee het
vuur aangestoken kon worden. De verzamelde takken werden opgestapeld
op het weiland van Klaas Groot aan de Mosselaan. De berg ging daar op de
bewuste avond in de hens. Van acht tot tien uur duurde het door jonge en
oude dorpsbewoners bijgewoonde vreugdevuur. Ook in Egmond-Binnen
werd gebékend maar in Egmond aan Zee niet, zo bleek mij bij navraag.
Sommige feesten verdwijnen, andere maken hun opwachting. Zo vertelt
mijn vader wel eens, dat in zijn jonge jaren - de jaren twintig en dertig - de
mensen met oud op nieuw meestal vroeg in bed lagen. Alleen de jachtop
ziener schoot een paar patronen af als het laatste blad van de kalender zijn
diensten bewezen had. Wel gingen Egmond-Zeëer jongeren in die jaren op
Nieuwjaarsochtend van huis tot huis om in ruil voor de 'beste wensen'
enige muntstukken te verwerven.
26
Geestgronden, 9(2002), nr. 1