De geschiedenis begint met Guurtje Hendriksdr. (geb. 1560) en haar twee
zoons Hendrik en Adriaan Valxcsz. Guurtje, de stammoeder, bezat tussen
1602 en 1621 land op de Achterhoef, later de Papagaaiskroft geheten (zie
afb. 14, kad. nr. A 312c). In 1592 kreeg Adriaan een morgen land in leen
(Roodenburch) Hl at tijdens de troebelen is verbrand' (nr. A 317b). Op dit
land staat het huidige asielzoekerscentrum.
In 1624 gaf Adriaan dit land aan zijn neef Jan Hendriksz. Valcks en diens
zuster. Jan Hendriksz. was de eerste die zich Roodenburch ging noemen.
Het land bleef tot 1703 binnen de familie. Zeer waarschijnlijk is de vierde
generatie geboren in een huis op Achterhoef (nr. A 261). Van 1634 tot 1687
was dit huis in het bezit van Jan Hendriksz. Rodenburch en Maartje Hille-
brands. Dan verkocht Hendrik Jansz. Rodenburch, oud-burgemeester te
Egmond aan den Hoef, het huis voor 182 gulden. Hierna volgen nog vijf
tien generaties die zich via Bergen, over Alkmaar en Uitgeest verspreidden.
Conclusie: de meeste Rodenburgjes van Noord-Holland vinden hun oor
sprong in Egmond aan den Hoef.Q
Literatuur:
W.J. van den Berg, Historisch Kadaster van de Binnen Egmonden 1602-1BI 1.Utrecht 1985.
Geestgronden, 9(2002), nr. 1
25