De hoofdonderwijzer kreeg de beschikking over een vrije woning met tuin,
gelegen aan de Egmond-Binnervaart. Deze vaart vanaf de abdij naar Alk
maar werd gebruikt voor vracht- en personenvervoer tussen Egmond-
Binnen en de kaasstad. Er werd een plaatselijke belasting geheven onder de
naam vaartgeld en de hoofdonderwijzer had tevens de betrekking van ha
venmeester. Hij moest het vaartgeld in de haven van Egmond-Binnen innen
en kreeg daarvoor een vergoeding van 50.- per jaar.
In 1870 werd het vaartgeld afgeschaft waardoor de functie van havenmees
ter kwam te vervallen. Dat betekende een gevoelig verlies aan inkomsten
voor meester Franse; 'welk verlies zijn huiselijke toestand in aanmerking
nemende, bezwaarlijk door hem kan worden geleden', zo constateerde de
gemeenteraad. Besloten werd de jaarwedde van de hoofdonderwijzer met
ingang van 1 januari 1870 vast te stellen op 650,-.
Afb. 17: Het voormalige huis van het onderwijzersgezin Franse aan de Klooster-
weg in Egmond-Binnen (foto Ria Baltus)
In het kleine huisje aan de Egmond-Binnervaart werden nog drie kinderen
geboren, terwijl het gezin al uit acht personen bestond toen het er in 1860
kwam wonen. (Waar ze allemaal geslapen hebben is voor mij een groot raad-
Geestgronden, 8 (2001), nr. 4