een nieuwe firma op. Twee jaar later is de nieuwe molen klaar. Op 22 juni
wordt het windrecht verleend aan de oudste zoon van Lubbert, Willem. De
molen wordt 'Phoenix' gedoopt8.
Afb. 14: De molen en papierfactorij van Lubbert van Gerrevinc (Regionaal Archief
Alkmaar)
In 1726 wordt het watermerk van Lubbert door middel van een octrooi vei
liggesteld. Begin 1731 overlijdt Lubbert van Gerrevinck te Egmond aan
den Hoef. Zijn zoons Abraham en Isaac van Gerrevinck zetten het bedrijf
voort. Ca. 1760 komt Joachim Veenhuysen (1738-1819) naar Egmond aan den
Hoef. Hij was een achterneef van de Gerrevincks. Zijn grootmoeder was
Willempje van Gerrevinck, dochter van Lubberts oudste broer Dirk. In de
periode 1767-1776 groeit zijn aandeel in de firma, totdat hij augustus 1807
mede-eigenaar wordt. Omstreeks 1780 werken er zo'n 45 man in de papierfa
briek. Vanaf 1800 breekt er echter een slechte tijd aan voor de papiermolen.
Dit kan te maken hebben gehad met het exportverbod, opgelegd door de
Franse bezetter. Na deze bezettingsperiode (1813) blijft het minder goed gaan
met de papierfabriek. Veenhuysen, die ook als directeur/administrateur fun
geert, wordt door zijn medefirmanten een minder goed beleid verweten. Hij
overlijdt op 10 augustus 1819 te Alkmaar. In hetzelfde jaar wordt de molen
met alle toebehoren voor afbraak verkocht.
Het papier van het bedrijf Van Gerrevinck was van bijzonder goede kwali
teit en werd tot ver over de landsgrenzen bekend. Ter afsluiting meld ik het
historische feit, dat het ontwerp voor de Declaration of Independence
Geestgronden, 8 {2001), nr. 4
107