de verblijfsrecreatie overwogen, diende namelijk met een huur vóór nog
slechts een beperkte periode rekening te worden gehouden. Gezien de geld
ontwaarding (inflatie) en de gestegen kosten werd de huurprijs op 270,-
per bunker per jaar gesteld. Nieuw is dat bij verlenging van het contract
iedere twee jaar de huurprijs naar boven of naar beneden, al naar gelang het
prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie, zou worden bijgesteld.
Reeds medio 1972 was blijkens gegevens van het RW.N. bekend, dat de
bunkers te Egmond aan Zee op termijn zouden moeten verdwijnen. In 1975
werd ook de toenmalige gemeente Egmond aan Zee door de provincie
Noord-Holland benaderd inzake de 'Sanering Zomerhuisjes in Natuur
gebieden'. Rijkswaterstaat meldde in een schrijven aan het P.W.N. te
Bloemendaal: 'Ten gevolge van de steeds verdere afname van de kust van
Noord-Holland komen telkens weer voormalige verdedigingswerken te
voorschijn. Deze objecten veroorzaken het ontstaan van stuifgaten en
bemoeilijken het in standhouden van een goede beplantingOp basis van
de door Rijkswaterstaat berekende afslaglijn bij superstorm voor het jaar
2030 voor de kust van Noord-Holland, werd besloten alle verdedigingswer
ken zeewaarts (ten westen) van deze 'superstormvloedlijn 2030' te saneren.
Voor deze opruimwerkzaamheden sloot Rijkswaterstaat een contract met de
firma Kruk te Beverwijk. In deze overeenkomst werden alle te slopen objec
ten van de gemeente Den Helder tot en met de gemeente Bloemendaal,
ofwel tussen strandkilometerpaal 1 tot en met 63 opgenomen. Van de zijde
van Rijkswaterstaat zou erop worden toegezien dat het terrein waarin was
gesloopt, werd afgewerkt naar de wens van het RW.N. en werd ingeplant
met helm.
Op 19 januari 1976 schreef Rijkswaterstaat aan het RW.N. dat zich in de
waterkerende duinen tussen de strandkilometerpalen 38+500 en 38+750 een
aantal voormalige verdedigingswerken bevindt dat voor sloop in aanmer
king kwam. Het ging om de bunkers De ZandhapperDe Wulk ft Konijn
ESKA. DEKA en de Duinruijter. Wanneer het RW.N. de bunkers tijdig voor
sloop vrij zou geven, dan zouden zij door de firma Kruk nog onder voorge
noemd contract worden opgeruimd en de werkzaamheden aldus worden ver
rekend. De huurders werden van de ontwikkelingen op de hoogte gesteld.
De huurcontracten waren zoals reeds vermeld, teruggebracht van een vijf
jaarstermijn naar een eenjarige verbintenissen om zo snel mogelijk tot sloop
te kunnen overgaan wanneer een bunker vrij zou komen.
54
Geestgronden, 8 (2001nr. 2/3