weg naar Baccum neemende. Alvorens dit gehugt, 't geen van geen kerk
toorn is voorzien, te naderen, heeft men van den weg die eerst door de vlak
te loopt de schilderachtigste gezichten op de hooge en met hout beplante
duinen, terwijl men links af over de Castricummer weij- en bouwlanden een
uitgestrekt gezicht heeft, en de afdaaling dezer gronden met een oogopslag
bemerkt word.
De weg loopt vervolgens ten Noorden van Baccum door een vlakte van
bouwlanden. Hier zagen wij voor ons het dorp Egmond Binnen. Al naderen
de beschouwden wij met bijzonderen aandacht de voor alle oudheidminnen-
den zo prachtige ruïne van de abdij, die weleer het stamhuis der graaven
van Egmond versierde.
Afb. 23: Tekening van de mines van de in 1573 verwoeste abdij van Egmond met
links de resten van de Buurkerk door E. Maaskamp uit Amsterdam (uit Historische
Bibliotheek Jan Lute)
30
Geestgronden, 8 (2001), nr. 1