laats
ouw
ikte-
j
v
Hierboven meldde ik al, dat mevrouw Melker-Druiven me nog een opmerke
lijk verhaal vertelde. Ze voelde zich na het ongeval van de zoon van haar
werkgever niet meer zo op haar gemak, als ze dagelijks op de fiets van en
naar haar werk reed. Het toenemend vliegverkeer rond vliegveld Bergen
maakte haar angstig. Haar tegenzin groeide, toen kort na het overlijden van
de zoon ook nog in haar bijzijn een ernstig bedrijfsongeval plaatsvond. Een
van haar collega's was haar eveneens uit Egmond aan den Hoef afkomstige
nicht Tiny Oorthuis. Zij moest onder andere een grote, mechanisch aangedre
ven mangel waar de was doorheen gedraaid werd bedienen. Met een stokje
duwde ze de was zo veel mogelijk in de goede richting. Op een ongelukkig
moment kwam ze toch met haar hand tussen de rollen en werd haar arm tot
aan de schouder verminkt. Tiny Druiven zag het onder haar ogen gebeuren.
Ze had genoeg van de wasserij en ze zei dan ook tegen haar moeder, dat ze
er weg wilde. Maar in die tijd waren mensen blij als ze een betrekking had
den. De inkomsten konden niet gemist worden, dus nam iemand niet zo
gauw ontslag. Ze bleef dus in dienst.
Afb. 22: De heer Vink geeft de dames Melker-Druiven en Bregman en haar vriendin
op de plek van het ongeval uitleg (foto Cees Blaauboer)
van
was
tuis
>ern
Dok
cht.
van
Geestgronden, 8 (2001), nr. 1
27