Over wat er precies gebeurde, citeer ik nu het ooggetuigenverslag van
Cornelis Aaij, toen wonende op de boerderij Heerenweg 38 (liggend aan de
voet van de hoogte; nu is de boerderij Woud en Duin genaamd). Het verslag
werd door de veldwachters Andreas van de Kooij en Lambertus Franciscus
Scheeres voor de politie in Bergen vastgelegd in een proces verbaal:
Hedenmorgen te omstreeks 8.40 stond ik ter hoogte van mijn woning op
den Heerenweg en zag ik uit Noordelijke richting, zeer laag vliegend, een
vliegtuig naderen. Dit vliegtuig verloor steeds hoogte en streek ten slotte
juist naast den Heerenweg op het rijwielpad neer, zoodat ik vermoed, dat
dit vliegtuig een noodlanding maakte. Voorts zag ik, dat twee jongens ieder
per rijwiel op dit rijwielpad reden in de richting vanwaar het vliegtuig
kwam. Een van deze jongens werd door het vliegtuig getroffen. Het vlieg
tuig gleed nog een eind door in den berm en kwam ten slotte tot stilstand,
zonder over den kop te slaan. Ik begaf mij terstond naar het vliegtuig en
hoorde toen den eenigen inzittende roepen, "Das Kind, das Kind". Hij had
blijkbaar geen letsel bekomen want even later stapte hij uit het vliegtuig.
Na eenig zoeken vonden ik en enkele andere personen den zwaar vermink
ten jongen in het duinterrein liggen, ongeveer tien meter van het vliegtuig
af. De jongen moet onmiddellijk gedood zijn.
Na eenigen tijd is een dokter verschenen en is het slachtoffer, dat een zoon
tje van den Heer BUS te Egmond a/d Hoef bleek te zijn, met een auto naai
de ouderlijke woning vervoerd. De tweede jongen, een broertje van het
slachtoffer, is er met den schrik afgekomen. Tot zover het beklemmende
verslag van de heer Aaij. Het stuk (in kopie aanwezig in de Historische
Bibliotheek van Jan Lute) meldt verder, dat de omgekomen jongen geboren
was op 7 oktober 1928.
Nic. Vink (1923), wonende aan de Herenweg 83, was eveneens ooggetuige.
Hij vertelde me recentelijk, dat hij indertijd met zijn broer Jan aan het spit
ten was op het land van zijn vader, dat grensde aan de Oude Herenweg.
Vanuit het noorden kwam een vliegtuig zeer laag aanvliegen. De twee voel
den dat het misging en vluchtten naar de walkant van het land. Een ogen
blik later scheerde het toestel rakelings over hun hoofden om honderd
meter verder op de heuvel een noodlanding te maken. Daar arriveerden ze
korte tijd later, gelijktijdig met meerdere bewoners uit de buurt. Ze hoor
den, dat een jongen gewond was geraakt. Die werd kort daarna gevonden
en bleek reeds te zijn overleden. De vlieger vroeg, waar hij kon opbellen.
Lang niet iedereen had toen een telefoonaansluiting. Voor de dichtst bij
24
Geestgronden, 8 (2001nr. I