woud" Een en ander moet hebben plaatsgevonden aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. Waarschijnlijk in 1941. De eerste die ik hierover aansprak was Antoon Druiven op een bijeenkomst van oud-brandweer personeel. Dat was meteen de goede man raak. Wat was namelijk het geval: zijn zuster (mevrouw Melker-Druiven) werkte voor de oorlog en aan het begin van de oorlog als jong meisje in de Stoomwasscherij 't Woud. Afb. 19: Een advertentie van de stoom- wasserij in De Egmondsche Beid bode, Orgaan ter bevordering van het Vreem delingenverkeer van 6 juli 1940 Stoomwasscherij iGMOND o.d. HOEF - Telefoon 286 UW ADRES voor de Gezinswasch DROOGTOE 20 cent p«r kilo MANGELWASCH 2 PERSOPMAAK 28 BOORDEN 7 en 10 cent OVERHEMDEN 25 cent WITTE JASSEN 25 en 30 cent WERKPAKKEN 35 cent. Het bedrijf was ondergebracht in gebouwen van het voormalig kinderkolo niehuis Op '1 Woud, ten zuiden van het huidige landgoed Schuylenburg. Eigenaar en exploitant van de wasserij was de familie Bus. Er was een twaalftal personeelsleden in dienst, onder wie chauffeurs voor de bestel auto's enzovoorts. Een van hen was dus Tiny Druiven (1922). Zij vertelde mij over het ongeluk. En zij vertelde mij nog een opmerkelijk verhaal. Maar daarover later meer. Twee zoons van de familie Bus gingen dagelijks op de fiets naar school in Bergen. Ze fietsten nooit samen, maar hielden altijd een bepaalde afstand van elkaar. Net of ze altijd ruzie hadden. Zo stapten beide jongens ook op maandagmorgen 31 maart 1941 op de fiets. Voorop de ene en op enige afstand erachter de andere. Tot halverwege de hoogte even voorbij de hui dige Gasterij 't Woud het noodlot toesloeg. Geestgronden, 8 (2001), nr. 23

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2001 | | pagina 25