schip Ulysses. Daarbij werden door de Egmondse redders 21 mensen behouden aan wal gebracht.) Maar ook Egmond aan Zee kende zijn vinvis. Op 1 maart 1915 werd een exemplaar tussen Egmond aan Zee en Castricum aan Zee aangetroffen. Deze vinvis was een mannetje en zijn lengte bedroeg 20,19 meter. Het dier was vrijwel ongeschonden. Hij is ter plaatse aan stukken gesneden voor traanfabricage. Enige baarden, één oog en één staartwervel kwamen bij de bioloog A.B. van Deinse terecht, over wie straks meer. De penis van zo'n tweehonderd centimeter is naar het Zoölogisch Museum te Utrecht ge bracht. Om de staart zat een tien meter lange staaldraad van een Engelse zeemijn gewikkeld. Tijdschriften als De Prins en Leven (van maart 1915) maakten melding van deze stranding nabij Egmond aan Zee. Daarbij werd de vis aangeduid als 'een onderzeesche mijnenveger'. Maar - zo zou later blijken - er waren meer kapers op de kust om zich delen van deze vinvis toe te eigenen. In 1931 ontdekte fotograaf J. Westenberg uit Zaandam vier ribben en één wervel die samen een bloemenhanger vormden in een tuin aan de Bakkummerstraatweg te Bakkum. Uit onder zoek bleek dat het ook hier ging om restanten van de 1 maart 1915 gestran de vis. Geestgronden, 7 (2000), nr. 4 113 Afb. 8: Keelgroeven van de vinvis op het strand (foto de dato 3 maart 1915 Van dei- Steen. uit collectie Piet Groen)

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2000 | | pagina 19