Kees Blaauboer brengt de betrokkenheid van Egmonders bij de berging van De Cycloop in herinnering. Aan de hand van drie afbeeldingen laat hij de schaalver groting in de scheepvaart zien. (Red.) C. Blaauboer DE BERGING VAN DE CYCLOOP Enkele Egmondse reders waren zeer succesvol bij het bergen van het goud uit het wrak van de Lutine (zie mijn bijdrage aan Geestgronden jrg. 6 nr. 1 (april 1999). Deze reders hadden al veel eerder bergingen op hun naam staan, zo blijkt ook uit een krantenknipsel, afkomstig uit het Haarlems Dagblad de dato 12 april 1929. Daarin staat vermeld, dat Egmondse reders reeds in 1855 van het Zandvoortse strand een schip 'afbrachten'. De aanleiding tot deze mededeling was de stranding van een groot stoom schip, de Heinrich Podeusin november 1928 eveneens bij Zandvoort. Pogingen het schip vlot te brengen, mochten tot dan toe niet gelukken. Toch is dat geen reden tot wanhopen, zo meldt het artikel. Er zijn immers verschillende voorbeelden, dat volharding op dit gebied ten slotte toch met succes bekroond werd. Zandvoort had namelijk op dezelfde plaats al een schipbreuk gekend. Daarover was, zo deelde de krant mee, indertijd het volgende aangetekend: "2 januari 1855. In den afgelopen nacht omstreeks half vier is Rijks stoomvaartuig Cycloop, Commandant Zwaanhals, na voortdurend met stormweer te hebben geworsteld, bezuiden Zandvoort hoog op het strand geworpen. De bemanning is met uitzondering van drie schepelingen die te vroeg over boord waren gesprongen en daarna vermist werden, behouden aan wal gekomen. Bij het stranden was het achterschip zwaar beschadigd en het roer afgebroken. De commandant had zich bij gebrek aan steenkolen genoodzaakt gezien het schip bij hoog water op het strand te laten lopen. Via de afdeling maritieme historie van het ministerie van defensie in Den Haag waren nog de volgende gegevens over het schip te achterhalen: Zr. Ms. Cycloop was een raderstoomschip 2e klasse. Op 24 juli 1840 werd op de Marinewerf te Vlissingen de kiel gelegd. Het werd op 2 juli 1843 te water gelaten. De waterverplaatsing bedroeg 875 ton. Het vaartuig was 47 meter lang, de breedte was 9.20 meter en de holte vier meter. De beman ning telde honderd koppen. De machines, geleverd door FEYENOORD 108 Geestgronden, 7 (2000), nr. 4

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2000 | | pagina 14