gaan. Maar helaas, het mocht niet baten, toen een dreggend anker in zee gelaten. Langzaam dreven we op de branding aan, de schuit kwam dwars op de bank te staan. De nood begon voor ons te stijgen, dat wil ik hier vast niet verzwijgen. Er kwam een hemelhoge zee, clie nam al onzen luiken mee. En o, even later, kwamen wij in dieper water. Afb. 17: De gestrande bomschuit KW 25 (foto Jonker) Vluchten Het water liep de gaten binnen, en konden wij niets gaan beginnen, 't Was middernacht en donk're maan, toen kwamen wij aan de grond te staan. En moesten wij wel nood bij last, vluchten op de grote mast. Arie van Duiven voorde wou niet wachten, vertrouwde teveel op eigen krachten. Sprong toen in zee, zwom naar het strand. Daar was helaas geen hulp bij de hand. En is jammerlijk omgekomen, maar dit hebben wij pas later vernomen. In een haringbak met breels eraan, is Kees Captein om hulp ge-gaan. Werd er een keer weer uitgeslagen, toch zou hij nog een poging wagen. Kwam aan het strand bewusteloos, gelukkig voor een kleine poos. Kees Captein maakte in Egmond bekend, hoe wij verkeerden in ellend. Twee stropers zagen onze 80 Geestgronden, 7 (2000), nr. 2/3

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2000 | | pagina 42