dit alles plaatsvond, ging er een claxon en stoven de Jappen alle kanten uit,
naar later bleek, naar hun alarmposten. Het was mij bekend dat na onze
aanval de Tromp231 en nog enkele andere vaartuigen eenzelfde aanval zou
den ondernemen als wij hadden gedaan. Er ontstond een levendig vuurge
vecht tussen de Tromp en de jappen en wij lagen daar aan dek op een stuk
zeildoek. Een schoorsteen vloog over onze hoofden in zee; een regen van
40 mm lichtspoormunitie ging over ons heen, groene, rode en gele: een fan
tastisch vuurwerk, als het niet dodelijk was. Bij het achterkanon van de jap
was een treffer ingeslagen en er was brand. Vlak bij ons werden er door de
jap enkele torpedo's241 gelanceerd, doch spoedig werd het rustiger en toen
het later dag werd, waren wij op een geheel andere plaats en stoomden wij
met een slakkengangetje naar het Noorden op een gehavend schip2'1. In de
loop van de morgen verscheen een duikbommenwerper. Engels of Ameri
kaans, die van geringe hoogte een bom afwierp, net naast de Japanse jager
waar wij ons op bevonden. Het is ongelofelijk, maar het hele schip sprong
enkele meters uit het water omhoog en kwam met een smak weer op het
water terecht. Er was waarschijnlijk iets ernstigs aan de hand want er wer
den doden overboord gegooid. Er was een olietank met kokendhete olie
gesprongen en de inhoud ervan was in een verblijf gelopen waar enkele
Japanse stokers hadden liggen slapen. De vorige avond zagen wij ze ook al
langs ons heen gaan met doden en gewonden, slachtoffers bij het in brand
geraakte achterkanon. Die ochtend kwam een vloeiend Maleis sprekende
Japanse officier (een spion geweest in Indië?) bij ons, die mijn portemon
nee omhoog stak. Ik zei "Saja poenga" (van mij) en hij reikte mij de porte
monnee over, daar was ik erg blij om. vooral voor de foto's, ik heb ze ver
der de hele krijgsgevangentijd gehad. Waar ze inmiddels gebleven zijn,
weet ik niet. Ik was gekleed in khaki korte broek en khaki kousen. Ik had
geen schoenen aan, want op het ijzeren dek van de Piet Hein, waarvan
immers, zoals ik eerder schreef, alle matten waren verwijderd, gleed je
gauw uit op je rubber schoenen, vooral als het dek nat was van overkomend
zeewater, wat bijna altijd het geval was door de snelle wendingen die zo'n
jager soms moest nemen. De Japanse ziekenverpleger die ons van tijd tot
tijd bezocht, vertelde dat zij tot nu toe 18 doden overboord hadden gezet en
dat er nog vele gewonden waren. Die zagen wij later aan dek liggen, zoals
ik nu zal vertellen. Hij bezorgde ons wat eten, rijst met wat vis.
De Japanse jager had een lek opgelopen door die bomaanval en maakte aan
stalten om te zinken. Met man en macht werd alles van gewicht, b.v. anker-
52
Geestgronden, 7 (2000), nr. 2/3