Na een paar weken werd ik weer "overgeplaatst' naar Piet Wittebrood, de
schoonvader van Frans Tervoort. Deze Piet woonde nabij het Driehuizer-
weggetje in een oude boerderij tegenover de hofstede van Arie Zonneveld.
Een dochter Betje voerde het huishouden en er was ook een zoon Bertus.
Die was een beetje doof. De werkzaamheden waren dezelfde als bij mijn
vorige bazen. Ik at daar ook mee van de middagpot, waarvan ik mij een
vrijdag herinner toen er spinazie uit eigen tuin gegeten werd met eigenge
maakte gesmolten roomboter, ik denk van schapen- of geitenmelk, en ter
verfraaiing een gekookt ei van eigen kippen. Kun je nagaan geen Pasen en
toch een ei, een kinderhand was toen gauw gevuld.
Ik heb daar ook nog beschaamd gestaan toen Betje zei: "Cru; ga jij na het
eten naar Dr. Fischer een drankje halen voor Bertus en je mag mijn fiets
wel gebruiken. Blozend moest ik erkennen dat ik niet kon fietsen, zodat ik
moest lopen. Dit was ook een dienstverband van enkele weken.
Op een zondag zag ik Vader palaveren (na de late kerk) met een vreemde
man die van Wimmenum kwam en Nardus Glorie heette. Zoals later bleek
kon ik daar komen werken en dat deed ik dan ook. Ik denk dat ik in die
omgeving een goede reputatie had opgebouwd. Het ging echter niet zomaar,
vernam ik later, want Vader wilde dat ik f. 1,25 per dag ging verdienen. "Hij
werkt voor twee"had hij gezegd. Nou, dat kon natuurlijk niet, f. 1,- per dag
was het loon voor een jongen van dertien jaar. Zo kwam ik dus bij de
gebroeders Glorie, Jan, Nardus, Wouter en Piet. Wat heb ik daar allemaal
gedaan: aardbeien plukken, asperges steken, dit laatste ook op zondag, dat
leverde extra geld op. Bollen rapen, sperziebonen plukken, wortelen wieden
die tussen de tulpenbedden stonden, boerenkool- en spruitjesplanten aange
ven. die weer in de gerooide tulpenbedden werden gezet. In september
moesten we krokussen planten, later tulpen en blauwe druiven en irissen. De
landerijen waar Wouter, de enige getrouwde van de drie broers woonde,
heetten De Hoge Weit. 's Morgens om kwart voor vijf werd ik gewekt en
om kwart over vijf stapte ik de deur uit met een fles koffie en een 'stik-
kezakkie' met heel weinig brood, want dat was op de bon en zeer schaars.
Ten Noorden van het kerkhof langs, waar nu het sportterrein van Egmondia
is, door duin, dan kwam je bij de schietbaan, op het melkpadje, een beetje
water drinken aan de pomp bij Jan Baltus, zo kwam je bij Arendje Rente
naar (wed. Rozinga) weer op de Herenweg, door ons toen Wouterweg
genoemd, op je werk waar je om zes uur werd verwacht. Van acht tot half
negen schafttijd, dat gebeurde bij Glorie in huis waar hun zuster Grietje de
huishouding bedreef. In de drukke zomertijd was de kring wel 12 tot 15
6
Geestgronden. 7 (2000). nr. 1