Afb. 2: Het Mallegat (nu Julianaweg) in Egmond aan den Hoef waar vader en zoon Stam 's winters hun schaatstochten naar Alkmaar begonnen (uitgave J. Bosman, Egmond aan den Hoef, uit collectie familie P. Ranzijn) Vader was ook een erge liefhebber van schaatsen. Met hem heb ik twee grote trips gemaakt. Eerst 's morgens om acht uur starten naar Alkmaar, dan over het kanaal naar Akersloot, over het meer tot Spijkerboor, de ring vaart van de Beemster naar Schermerhorn. Op dit laatste stuk gebeurde dat wat ik nog steeds een wonder acht: daar lag een aaneengesloten rits van zes verse kadetjes op het ijs, wat een uitkomst!! Want het was ongeveer al mid dag en wij verrekten van de honger en geld om iets eetbaars te kopen was er natuurlijk niet. Bakkers droegen toen een grote mand op hun rug, althans op het platteland. Vermoedelijk deed die bakker toen per schaats zijn ronde en zijn die kadetjes eruit gezwiept. Verder van Schermerhorn wind in de rug over de Noordervaart naar Alkmaar, vandaar naar De Hoef was verder een peuleschilletje. Je hebt wel rare stijve voeten als je weer op de vaste wal stapt, maar bij de blauwe paal is alle leed geleden. Er zal wel een 'les- sie' voor ons gewarmd zijn door Moeder; er werd niet gewerkt dus waar wij toen van leefden is mij tot nu toe een raadsel gebleven. Onze tweede grote trip ging noordwaarts, weer over het Noord-Hollands kanaal tot Westeinde. Te Sintmaartensvlotbrug ging Vader zowaar een win keltje binnen en kwam terug met twee Kwattarepen. 7 'h cent kostten die 4 Geestgronden, 7 (2000), nr. 1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2000 | | pagina 6