Afb. 3: Het in memoriam na
het overlijden van pastoor
Petrus de Graaff (uit: De Oud-
Katholiek, 1918)
Ondanks alle ellende van die tijd gebeurden er ook wel verheugende
wereldomvattende dingen: 11 november elf uur 's morgens: einde van de
eerste wereldoorlog. Duitsland geeft zich onvoorwaardelijk over. Keizer
Wilhelm II geeft de brui aan zijn troon en vlucht in gezelschap van een aan
tal familieleden en aanhangers naar Nederland. Hij wordt ondergebracht op
een kasteel in Doorn en slijt zijn verdere levensdagen met houtjeshakken.
Zijn oudste zoon, de kroonprins dus, wordt op Wieringen veilig gesteld en
helpt daar een smid met het maken van hoefijzers. Nog enkele gekroonde
hoofden moeten het loodje leggen: de tsaar van Rusland is met zijn gehele
gezin neergeknald in Jekatarinenburg; men zegt dat één dochter het heeft
overleefd en thans nog leeft. De Oostenrijkse keizer Karei neemt bijtijds de
benen naar Madeira en is daar later gestorven. Toen wij daar in 1937 waren
met de Hertog Hendrik (marine) zijn wij bij zijn graf geweest. Er stonden
mooie bloemen bij zijn graf, dat wel.
Als het werk bij Nardus Glorie is afgelopen, ga ik naar huis met de gedach
te: Nou ga ik eerst eens lekker uitslapen. Ja, dat had je gedroomd: ik werd
meteen ingelijfd bij het helmplantersgilde, waarover de heer Snoeks de
scepter zwaaide, een moeilijk heer met feodale begrippen toegerust, meer
TTgTTT-
UTRECHT, 27- October. Heden is de zeereerwaarde
keer P. de Graaft, pastoor van de ond katholieke gemeento
ran de heilige Maria, Achter Clarenturg, overleden na
eene korte maar hevige ongesteldheidin den ouderdom
van even drie en-dertig jaren. Geboren te Egmond aan Zee,
28 Aagnstus 1885, ontving hij zijne opleiding in het seminarie
te Amersfoort. Op 25 September 1909 werd hy door bisschop
van Thiel gewijd tot subdiaken en daags daarna tot diaken,
ierwyl de priesterwijding hem bediend werd op lOOct. 1909.
Hierna werd hy door den aartsbisschop belast met de zorg
voor de gemeente van Clarenbnrg. De heerschende ziekte
tastte hem aanwaarbij een» complicatie kwam van long
ontsteking en pleuris, en dit maakte aan dit nog jonge en
veelbelovende leven een eindo. Zaterdag werden hem de
heilige sacramenten bediend door den hoogeerwaarden heer
aartsbisschop, bijgestaan door pastoor Rinkel. Zondagmiddag
te 1 nnr overleed hij rottig. Woensdag werd onder grootc
belangstelling door pastoor P. M Rinkel de nitvaartdieist voor
zijoe ziel gebondenwaarna de beaarding plaats vond
terwijl op verlangen van den overledene zijn stotfelijk
overschot daarna naar Egmond aan Zee werd overgebracht
om aldaar te worden begraven.
Kerk en gemeente verliezen in hem een waardig
priester, een ijverigen herder. Zjjne ooders en familie een
geliefden zoon en broeder. Hij roste in vrede
Geestgronden7 (2000), nr. 1
11