oven. zodat je om twaalf uur een warme hap had. Voor de variatie waren het ook wel eens bruine of witte bonen. 1918 In de zomer van 1918 zou Grietje Glorie gaan trouwen met J. Rasloot uit Heemskerk, derhalve moest er een huishoudster worden gecharterd. Het was toen zo dat mijn zus Pietje thuis op non-actief stond. Zij had moeten thuiskomen uit haar betrekking bij Kees Vendel. Daar waren een stuk of wat volwassen jongens, dus waren er bepaalde risico's voor een jonge meid van 21 jaar. Ik moet gezegd hebben tegen Nardus, wij ewe nag wel een maadPietje werd met de platte wagen, met kastje en andere schamele bezittingen door Nardus, ik denk april 1918, naar Wimmenum gehaald. Die zomer breekt en een gevaarlijke Spaanse griepepidemie uit, waaraan vele mensen sterven. Iedere dag hoorde men de klok luiden, afhankelijk van de windrichting, van de Hoef, Rinnegom of Egmond aan Zee: een zeer sombere tijd. Ook Frans van Straaten, de vader van mijn vrouw, is er aan overleden; ik heb de man niet gekend. Zeer sterke figuren en mensen die wel eens in een sanatorium waren verpleegd, vielen als eerste slachtoffers. Zelf ben ik ook twee weken geveld geweest met de Spaanse griep. Ik weet nog dat ik klappertandend thuiskwam midden op de dag. In oktober gebeuren er drama's. Ome Albert Vuil, de man van vaders zuster Mijntje Stam, verdrinkt na een aanvaring met zijn botter, welke hij samen met zijn broer Klaas bevoer. Deze mannen waren eigenlijk beiden schipper op een trawler, maar vanwege het mijnengevaar kon daar niet mee gevist worden, reden waarom zij samen een botter hadden gekocht op Wieringen om toch wat kustvisserij uit te oefenen. De vis werd vanwege gebrek aan alles wat eetbaar was in dat laatste oorlogsjaar duur betaald. Men zei dat vanwege gebrek aan olie die schippers wel zonder licht voeren; zeker weet ik het natuurlijk niet. Ome Albert heeft geroepen Spaar mijn broer! Spring, Klaas, spring!" Klaas heeft dit blijkbaar gedaan, maar Albert was voorgoed verdwenen. Omdat hij drie weken later in de buurt van Zandvoort aanspoelde, moesten mijn vader en nog een relatie daar komen ter identifi catie. Het hiervoor gememoreerde vond plaats op of omtrent mijn verjaar dag. Er waren in die dagen een aantal Duitse kinderen in huize Zonnetij, ik denk van rijke ouders. Als je geld had en de weg wist, kon je nog best wat Geestgronden, 7 (2000), nr. I 9

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 2000 | | pagina 11