niet uit de notulen van kerkvoogdij, kerkenraad of diaconie. Overigens is in
de stukken evenmin iets terug te vinden van betaling van het hiervóór
genoemde bedrag van 250.191
De grote restauratie van 1938
In maart 1924 wordt de firma Spanjaard, de bouwer van het nieuwe orgel
in de Slotkapel, prijsopgave gevraagd voor een onderzoek naar de toestand
van het orgel in Egmond-Binnen. Of hierop is gereageerd, valt niet na te
gaan. Wel krijgt Spanjaard ongeveer twee jaar later bericht dat de jaarlijkse
stemming van de orgels tot het verleden behoort. Die taak is vervolgens
enige tijd waargenomen door Mossel uit Alkmaar. Omdat deze de stern-
beurten op onregelmatige tijden uitvoert, benoemt de kerkvoogdij zijn
compagnon Q. Jonker uit Alkmaar tot stemmer (januari 1932). Aan hem
wordt in april 1938 prijsopgave gevraagd van een volledig herstel van het
orgel. Op 22 augustus geeft Jonker antwoord:
"Om het orgel weer geheel in orde te maken moeten alle onderdeelen wor
den schoongemaakt en nagezien, vooral de 328 orgelpijpen welke in het
orgel staan. Ook nog enkele andere reparaties kunnen dan meteen gebeu
ren. De kosten hiervoor bedragen vijftig gulden. Hierbij is echter niet inbe
grepen het in orde maken van een register pijpen (Vox humana) waarvoor
25 noodig zal zijn. Dus het geheel in orde brengen met alle bijkomende
werken kost vijf en zeventig gulden.
Nadat organist Van Westrienen een brief heeft opgesteld met de gebreken
(waarin hij opmerkt dat het vergulden van de beeldjes niet op de begroting
staat) krijgt Jonker op 17 oktober de opdracht. Op 1 november geeft de
kerkvoogdij toestemming tot uitbetaling van 75, te bekostigen uit het
orgelfonds. Het werk is gereed. De organist is zeer lovend: "misschien kan
de gemeente uitgenodigd worden om zich in een bespeling de schoonheid
van het orgel te laten ontvouwen."201 Maar het concert dat Van Westrienen
voorstelde te geven, zit er niet in. Verder dan een bespeling een half uur
voor een kerkdienst wil de kerkvoogdij niet gaan.
Naar een nieuwe restauratie, zestig jaar later
Hoewel het kerkelijk bedrijf doorgaat, zijn er tijdens de tweede wereldoor
log natuurlijk heel andere zaken die aandacht vragen. Maar toch al heel
gauw na het einde daarvan, vinden de kerkvoogden dat het orgel in
Egmond-Binnen nodig gerestaureerd moet worden (juli 1947). Helaas is er
104
Geestgronden. 6 (1999), nr. 4