vanwege onze vermoeidheid liggend achter in de laadbak, naar ons steun
punt in IJmuiden terugvervoerd. Daar aangekomen werden we zeer harte
lijk begroet en gefeliciteerd vanwege het feit dat we het leven hadden be-
houden. Later verklaarde men ons, dat de bemanningen van de andere drie
boten die met ons vertrokken waren, nog niet teruggekeerd waren (ze keer
den ook nooit meer terug).
Nadat we aan onze commandanten ons verslag hadden gedaan kregen we
drie of vier dagen bezoekverlof met de opdracht aansluitend direct onze
nieuwe boot van de Westwerf in Willemshaven af te halen. Binnen twee
weken reden we, dit keer met autotransport, naar IJmuiden terug.
Noten:
1In mijn verslag zijn uiteraard na zo lange tijd onregelmatigheden geslopen (tijd. plaats,
springlading/werking) - H.Wachsmuth.
2) In februari 1945 was het grootste deel van de Franse en Belgische kust in geallieerde han
den. Ook de provincie Zeeland was reeds bevrijd. De kust van Noord- en Zuid-Holland was
echter nog steeds stevig in Duitse handen.
3) Een Seehund was uitgerust met een tweetal zelfvernietigingsspringladingen die de
bemanning moest gebruiken wanneer de Seehund in vijandelijke (geallieerde handen) dreig
de te vallen. De Seehund was destijds een revolutionair nieuw en nog streng geheim wapen
van de Duitsers. Bron Klaus Mattes, Die Seehunde, Klein-U-Boote, Hamburg 1995.
4) Het weerbericht van die tijd geeft inderdaad aan dat het die dagen koud was (4°-5°) en
dat het licht gesneeuwd had. Bron KNMI. Weerbericht 12-19 februari 1945.
5) De plaats van de stranding van onze boot was ongeveer ter hoogte van Alkmaar, iets zui
delijk van Egntond aan Zee.
6) Krijgsgevangen militairen uit het Russische leger werden voor de keuze gesteld: een
slechte behandeling in een kamp of toetreding tot de zogenaamde Ost-Truppen in het Duitse
leger. In onze omgeving waren het aldus gevormde Turkestanische Infanterie Bataillon 787
en het Nordkaukasische Infanterie Bataillon 803 gelegerd. Bron: Georg Tessin. Verbande
und Trappen der deutschen Wehrmacht and Waffen-SS 1939-1945, Teil 4. Osnabrück 1977.
7) In het duingebied tussen Egmond en Castricum bevonden zich twee kustbatterijen: één
direct ten zuiden van Egmond aan Zee met een bezetting van marinepersoneel, en één van
het leger ten noorden van Castricum aan Zee.
38
Geestgronden, 6 (1999), nr. 2/3