commandogroep. Wij verzochten hem ons naar zijn commandant te bren gen en zeiden dat hij achter ons aan kon lopen zodat hij geen angst voor ons hoefde te hebben. Wij sleepten ons voort tot aan de ingang van een bunker in de duinen en vervolgens rechtstreeks naar de officiersmess. In de bunker was het behaaglijk warm. In gezellige clubfauteuils zaten marine- of landmachtartillerie-officieren 71 met een kaartspel en in hun hand een glas rode wijn. Ze staarden ons verbaasd en deels ook vijandig aan. We ver telden wie we waren en hoe we hier verzeild waren geraakt. Ze waren zeer achterdochtig en bovendien wilden ze ons verhaal niet aannemen. Intussen nam ik met Feine ongevraagd plaats in de clubfauteuils, hetgeen bij een deel van de officieren nog meer misnoegen opwekte. Na ons hele verhaal nogmaals uitgebreid te hebben gedaan verzocht ik ze onze identiteit in onze thuisbasis Uitluiden te controleren. Een telefoontje van Kpt. Brandi (de bevelhebber van de in IJmuiden liggende flottielje) bevestigde onze identi teit en de officieren toonden toen hun vriendelijke kant. Toen werden we met de 'Sanka' {Sanitatskraftxvagen, een soort Rode-Kruisauto - RL) en Atb. 2: De Canadese generaal Foulkes (links) op de kade van IJmuiden met een Seehund op de achtergrond (foto: Canadian War Museum. Ottawa) Geestgronden, 6 1999), nr. 2/3 37

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 1999 | | pagina 7