In Geestgronden jrg. 6, nr. 1 (april 1999) berichtten Piet Groen en Rob Leijen
over de missie van de Duitse U-boot in februari 1945, die tenslotte voor de kust
van Egmond aan Zee strandde. Hans Wachsmuth. de oud-commandant van de
mini-onderzeeboot, vertelde zijn verhaal. Rob Leijen vertaalde het en vatte het
samen. Dit artikel is het tweede in een reeks waarin verslag wordt gedaan van
het verloop van het onderzoek naar de mini-onderzeeboot.(Red.)
P. Groen, R. Leijen
EEN DUITSE MINI-ONDERZEEBOOT VOOR DE KUST VAN
EGMOND (2)
In het eerste deel van deze reeks werd beschreven hoe de bemanning van
de U-5097 in februari 1945 een missie naar Oostende, België, ondernam.
Deze missie mislukte, de onderzeeboot ontsnapte en voer terug naar het
noorden, raakte uit de koers en strandde bij Egmond. Zonder dat de uitge
putte bemanning precies wist waar ze zich bevond.
Hans Wachsmuth vervolgt:
"We wisten op dat moment ook nog steeds niet of we ons op een door
Duitsers bezette kust bevonden 2). Toen ik de eenpersoonsrubberboot met
de kleine persluchtfles wilde opblazen, ontsnapte een deel van de lucht
direct weer. Schijnbaar had een verzetsman, bij de productie hiervan in
Duitsland, de rubberboot van een insnijding voorzien. Daardoor kon Feine
(de tweede man aan boord - RL) niet, zoals hij zich eigenlijk voorgenomen
had, met droge voeten aan land gaan. Over onze lederen kleding - daaron
der dikke wollen kleding, zogenaamd poolondergoed - deden we zwem
vesten aan en de duikuitrusting als extra hoofdsteun en voor de warmte.
Met een touw bond ik een deel van de rubberboot dicht, zodat deze bleef
drijven. In het dichtgebonden deel van de rubberboot stopten we twee blik
ken conserven, lichtpistolen, mijn 'Pistool 38' alsmede twee eierhandgra-
naten. Nadat Feine met het restant van de rubberboot in de richting van het
land was gezwommen, bracht ik de beide springladingen (blikvormig) 3)
aan, stelde het ontstekingsmechanisme in werking, gleed snel het water in
en zwom in de richting van het geruis van de branding. Het ijskoude water
voelde in de hals als gloeiend ijzer aan. Iets later dacht ik onder water een
van de explosieven te horen afgaan. Onze boot vloog echter niet in de
lucht. In mijn herinnering hadden we 30 tot 40 minuten nodig tot aan de
kust. Op het strand lag een beetje sneeuw 4). We voelden ons totaal uitgeput.
Geestgronden, 6 (1999), nr. 2/3
35