opnieuw 'startte'. Het schijnvliegveld had een bezetting van slechts enkele
manschappen, die tevens op een daartoe ingerichte plek brand op het com
plex konden stichten. Deze brand moest geallieerde vliegers de indruk
geven iets te hebben geraakt. De sloten en de tocht die door het complex
liepen werden ter camouflage met rietmatten afgedekt. Op deze rietmatten
werd ter verdere camouflage vers gemaaid gras gegooid. Op de afgebeelde
luchtfoto (afb. 30) is linksonder duidelijk het 'blokjespatroon' van de riet
matten op de tocht te zien. Ook de nepstartbaan is als een duidelijke streep
te onderscheiden.
Luchtaanvallen en bombardementen
In Duitse Lageberichten (week- en maandoverzichten) wordt melding ge
maakt van het systematisch aanvallen van Fliegerhorste und Scheinflug-
platz-Anlagen door de geallieerden. Hierbij wordt voorts opgemerkt: "Ein
grosser Teil der Angriffe zogen die SF-Anlagen auf sich."
Op 15 september 1941 meldde het KTB Kriegstagebuchoorlogsdagboek)
Schiphol dat een vijandelijk vliegtuig noordelijk van SF 12 (Egmond-Bin-
nen) een bom afwierp. De bom kwam op 200 meter van de Anlage terecht
en sloeg een gat met een diameter van 5 meter en een diepte van 2,5 meter.
Er was geen schade.41 De marechaussee in Alkmaar en de Luchtbescher
mingsdienst in Heiloo maakten meerdere malen melding van bombarde
menten.!" Aangezien zich in het gebied tussen Heiloo en Egmond geen
militaire objecten bevonden, is het aannemelijk dat deze aanvallen gericht
waren op het schijnvliegveld. Op 20 september 1941 kwamen er om 13.15
uur vijf brisantbommen neer in Heiloo. Een uur later vielen twee of drie
brisantbommen en een groot aantal brandbommen in een weiland bij de
Vennewatersweg, dus vrijwel bovenop het schijnvliegveld. De Luchtbescher
mingsdienst Egmond-Binnen meldde een vermoede, niet ontplofte bom in
het betreffende gebied.
Op 28 januari 1942 om 21.30 uur viel een brisantbom in het open terrein bij
de Zanddijk, dus in de nabijheid van het schijnvliegveld. Een kwartier later
kwamen vier brisantbommen terecht op een weiland in de Baatjespolder.
Op dinsdag 27 april 1943 ontstond door toedoen van een brandbom brand
in een schuur van de heer J. Sprenkeling, Westerweg C 349.
Een Blenheim wierp op 20 oktober 1943 een lading van diverse bommen
af. De meeste bommen kwamen terecht in Kapel en Bollendorp. Elf bri
santbommen kwamen neer op 23 december 1943. Getroffen werden huizen
Geestgronden, 6 (1999), nr. 2/3
11