Vorig jaar hebben mijn vrouw Truus en ik in twee etappes een rondje
Egmondermeer gedaan. Bij mij riep dat jeugdherinneringen op. We liepen
eind augustus over de dijken. Eerst de westelijke en noordelijke route, te
beginnen bij de Hoeverweg waar nu de Klompenhoeve is. In mijn jonge
jaren was dat de boerderij van Gerd Zonneveld.
Wat me gelijk opviel was dat alle opstapjes die er vroeger waren, allemaal
verdwenen waren. De dijk is vroeger een openbaar pad geweest." En de
hoofdingelanden moesten de dijk en de aangrenzende sloten schouwen. De
opstapjes moesten daarom goed onderhouden worden. Als de boeren in
gebreke bleven, kregen ze eerst een waarschuwing en als het daarna nog
niet in orde kwam een boete. Die was niet al te hoog, maar het verwekte
schandaal was eigenlijk erger want het werd snel bekend. Onderhield je de
sloot niet naar behoren, dan werd je al spoedig niet voor vol aangezien.
De route via de dijken met de hekken is heel slecht onderhouden. Het was
een hele klimpartij maar we hebben het volbracht tot voorbij de Robons-
bosmolen. De hele situatie is daar zo veranderd, dat het moeilijk was de
oude structuren terug te vinden. Bij de Olympiaweg (een afgesneden stukje
Hoeverweg) hebben we gepicknickt.
Op al die aan de vaart grenzende landerijen wordt niet meer ouderwets
geboerd. Aan het met de hand melken en het werken met paarden kwam in
de jaren zestig door de mechanisatie een einde. Van de oorspronkelijke
boerenbedrijven aan de Hoeverweg zijn er nog maar een paar over. Nico
Vis en Willem Gutker weken voor de stadsuitbreiding van Alkmaar. Bij de
boerderij van mijn vader Henk de Vet waar wij tot 1966 boerden (de laatste
aan de Hoeverweg voor Alkmaar) lopen nu paarden. Ook Cor Jonker, Jan
Met, Siem Jonker, Jaap Helder en Dirk Zut zijn gestopt.
De zuidelijke route, te beginnen bij Egmond aan de Hoef is wel onderhou
den en de opstapjes zijn allemaal in orde. De Hoevervaart eindigt in feite
bij de Alkmaarse randweg, daarna gaat hij door het Hoefplan verder en is
niet meer interessant. Even verder staat er dan nog de Geestmolen, totaal
verloren in een verstedelijkte bebouwing.
In mijn jeugd stond hij eenzaam en alleen aan het Hoeverpad. Er is daar
veel meer over te schrijven want vlak langs de molen liep het trammetje
68
Geestgronden, 6 (1999), nr. 2/3