Dertig jaar geleden werd de watertoren in Egmond aan Zee tot springen ge
bracht. Hannie de Vries zag er een goede aanleiding in, zich te verdiepen in de
ontstaansgeschiedenis en in de plaats die toren en omgeving meer dan vijftig jaar
in het leven van de Egmonders hebben ingenomen.(Red.)
H.C. de Vries- van Kasteel
DE WATERTOREN IN EGMOND AAN ZEE
In de tweede helft van de 19de eeuw braken er in Noord-Holland nogal wat
epidemieën uit; zo ook in de Egmonden: in 1849 en in 1866 een cholera-
epidemie en in 1871 een tyfusepidemie. De cholera-epidemie van 1866
kostte veel mensen het leven. Enige vergelijkbare cijfers in Noord-Holland:
in tien weken tijd overleden er in Haarlem 105, Aalsmeer 29, Nieuwer-
Amstel 90, Heiloo 4, Bergen 1, Egmond Binnen 2 en in Egmond aan Zee
37 mensen aan deze ziekte. Gelet op de bevolkingsaantallen van deze plaat
sen is Egmond aan Zee naar verhouding zwaar getroffen.
De behoefte aan goed, onschadelijk drinkwater was groot. Het uit de
bodem opgepompte water was vaak verontreinigd, omdat er geen riolering
aanwezig was. Veel mensen waren aangewezen op regenwater, verzameld
in een waterput of ton, maar niet al het regenwater was goed drinkwater.
Men kon ook water kopen in een water- en vuurwinkel, of uit de pomp op
het Pompplein halen.
In een krantenartikel uit 1897 valt te lezen: Drinkwater, rioolstelsel en
opruiming van faecaliën dat is 't beslist noodige, zal onze badplaats blijven
groeien en onze bevolking niet gedecimeerd worden door contagieuze
besmettelijke) ziekten. Dat de stoomtram deze drie zaken ons het volgend
jaar zal brengen is onze hartgrondige wensch.
De stoomtram en het station waren in juli 1905 feestelijk in gebruik geno
men, maar op de waterleiding werd nog steeds gewacht. In De Egmondsche
Bad-Bode van 18 april 1908 lezen we: Nog een groote verbetering wacht
ons. Ons hunkeren gaat er naar uit, naar de waterleiding. De watervoorzie
ning is een kwestie van te zijn of niet te zijn voor onze badplaats. Wij hun
keren en wachten er naar maar gelukkig niet als degenen, die geen hoop
hebben
50
Geestgronden, 6 1999), nr. 2/3