verwijderen. Plotseling hoorden we, hoe twee boten met perslucht en met veel lawaai hun motoren aansloegen. Ook vanuit de verte hoorden we het snelle schroefgeruis van twee boten, die steeds naderbij kwamen. Opnieuw hoorden we plaatsbepalingsapparatuur en werden we ook weer voor even door de pulsen omvat. Het scheen ons, alsof de Engelsen in een volledige cirkel om de vermoedelijke positie van onze boot voeren, en dan iedere keer als een boot de cirkel doorkruiste, een tapijt van dieptebommen wierpen. Voor een deel vielen de dieptebommen zo dicht bij de boot, dat deze regel recht op zijn zijkant werd gedrukt. Als de boot meer weerstand had gebo den, dan zou hij met zekerheid vernietigd zijn. Intussen was het kompas uit gevallen. De Engelsen hadden ons ook de tweede nacht vast in hun greep. Hun uithoudingsvermogen was werkelijk bewonderenswaardig. Door zeer nabij vallende dieptebommen werden de navigatie-instrumenten zwaar beschadigd. Het glas van diverse meters barstte en verf bladderde van het staal af. De drukhuid vertoonde diverse deuken. Oud-commandant Wachsmuth vertelt: "Mijn LI Feine en ik hadden alle hoop hier levend uit te komen, opgegeven. Ook het door mij op de binnenzijde van de toren in grote letters afgebeelde gezegde van een torpedoboot-flotille uit de eerste wereldoorlog: 'er is niets, dat onmogelijk is', versterkte mijn hoop niet. Om verse lucht te spa ren en de zenuwen te kalmeren bleven we half bij bewustzijn. Bij een nieu we serie dieptebommen was er een merkwaardig harde knal in de boot te horen. Op de vraag aan Feine naar ontstane schade, zei mijn LI: 'Nu heb ben ze ons te grazenHij wees in het licht van een zaklantaarn op een lek achter tussen de E-machine en de dieselmotor. Er was een zacht, licht rui send waterstraaltje te horen, dat ook de E-machine leek te raken. Feine meende, dat de drukhuid blijkbaar een scheurtje had opgelopen. We waren ervan overtuigd dat het nu onverbiddelijk over was met ons. We wisselden ook geen woord meer. In de boot was het pikdonker, nat en koud. Na relatief korte tijd - het was lang na middernacht - werden nog slechts hier en daar dieptebommen geworpen; ze vielen steeds verder van de boot. Haast ongemerkt verwijderde zich het schroefgeruis; ook van een boot die vanaf het begin erbij was, en die opgevallen was door een krakerig geluid, blijkbaar afkomstig van de schroeftunnel. Wijs geworden door eerdere ervaringen vertrouwde de bemanning de rust niet. Desondanks dwong het Geestgronden, 6 (1999), nr. I 7

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 1999 | | pagina 9