's Zomers werd boven het wrak gewerkt. Jogchem vroeg toen aan zijn opa
Cornelis de Groot (1831-1919) de administratie over de Lutine op te sturen.
Cornelis had namelijk indertijd voor zijn vader Gerrit de Groot de boek
houding bijgehouden.
Opa verzond het betreffende boek. Het antwoord van Joghem per brief van
8 februari 1913 is bewaard gebleven: "Het boek van de Lutine" heb ik
ontvangen en het aan eenige lui laten lezen. Er is hier een mijnheer
Oepkes, die getrouwd is met een dochter van dien mijnheer Echauzier
waarmede U samenwerkte. Die meneer kan zich nog goed herinneren, dat
de goud staven uit de bom werden gedragen en dat de Egmonders in het
„Scheepje" hun intrek namen. Hij zegt, dat ze er ongeveer een half miilioen
uit gehaald hebben, wat ook overeenkomt met de opgaven in het boek. Hij
zei ook, dat de Egmonders uit moesten scheiden, omdat de Terschellingers
een boei, die aan het roer van de Lutinevast zat, wegnamen, waardoor
de Egmonders het wrak niet meer konden vinden. De „Lyons" gaat van de
zomer weer aan 't werk.
Karimata
Na 1860 zijn er nog vele bergingspogingen ondernomen. Maar ze waren
alle tot mislukken gedoemd. Voor de volledigheid de jaartallen, bergers en
opbrengsten van officiële pogingen op een rijtje:
1800-1801: vissers van Terschelling, Katwijk en
Scheveningen bergen 669.240
1814-1821: opperstrandvonder P. Eschauziernihil
1856-1861Egmondse duikers onder leiding van Ir. Taurel 529.487
1886: Stoomschelpenzuigers Tijd en Friesland f 8.232
1887: idem2.147
1888: idem720
1910-1914: Een Engelse onderneming met Lyonsnihil
1924-1925: De hydraulische grijper van Van Hecking
Colenbrander en Van der Wallennihil
1928-1933: Schelpenzuigers van Rederij Doeksen nihil
op enkele munten na
1933-1934: Frans Beckers met een duiktoren nihil
1938: Billiton Mij. met tinbaggermolen Karimata
één staaf goud 15.000
Geestgronden, 6 (1999), nr. 1
19