In het midden van de negentiende eeuw was het huis dat grootmoeder had
betrokken, bewoond geweest door Caspar Henricus Witte en zijn echtgenote
Lucia Valkering (1810-1887, red.), de zuster van mijn grootvader. Van de
herkomst van Caspar Witte ontbreken me de gegevens.2' Hij moet echter een
ontwikkeld man zijn geweest, blijkens zijn nagelaten boeken en bescheiden.
Hij ontving het Sacrament van het H. Vormsel in de Amsterdamse kerk
genaamd Het Stadhuis van Hoorn op het Singel, een Dominicaner-statie,
op 28 juni 1833 uit handen van Antonius Antonucci. vice-superior der Hol-
landsche Zending.
Ik meen me nog te herinneren dat er van de tuin achter grootmoeders huisje
een uitgebreide plattegrond was, waarop alle bomen en planten waren ver
meld. Misschien dat huis en tuin een ontwerp waren van Witte en zijn
vrouw. Van mijn moeder heb ik vernomen dat oom Cas en tante Sijt daar
altijd hebben gerentenierd, en dat het echtpaar geen kinderen had. Ze ont
vingen altijd graag bezoek van hun broers en andere vrienden. Volgens
mijn moeder zouden ze ooit samen met Sijtjes broers Gerrit en Jacob Val
kering, al dan niet vergezeld van hun vrouwen, een reis naar Duitsland heb
ben gemaakt.
Dat geeft grond aan mijn vermoeden, dat de familie Valkering oorspronkelijk
uit Duitsland afkomstig is. Een andere aanleiding voor dit vermoeden was
dat in grootmoeders huisje een ingelijste plaat hing met een 'Ansicht von
Bonn'. Het was vermoedelijk een kopergravure want er stond onder:
'gez(eichnet) von C.Gapp en gest(ochen) v. L.Weber Het was net zo'n soort
lijst als die waarmee bij de familie eigengemaakte (door grootmoeder?) bor
duursels waren ingelijst. Het lijkt me niet zo waarschijnlijk dat je toen voor
stellingen als die van Bonn in Noord-Holland kon kopen en ik denk eerder
dat de plaat in Duitsland is gekocht als aandenken aan een gemaakte reis.
In de erkerkamer in een ondiepe kast vond ik, behalve boeken en tijdschrif
ten, een groot aantal akten geschreven op perkament. Ze waren verzameld
in een bont linnen zakje, dat stikkenbuul werd genoemd (want daarin nam
vroeger een werkman zijn boterhammen mee naar zijn werk). Ook vond ik
verschillende boedelscheidingen van 1808 en later, op gewoon papier
geschreven. Alles moet hebben toebehoord aan Caspar Witte, die kennelijk
min of meer de administrateur van de familie Valkering is geweest, want
van zijn hand zijn verschillende onderlinge afrekeningen tussen de gebroe
ders Valkering. Waarschijnlijk is alles na de dood van Witte gewoon in het
106
Geestgronden, 5 1998), nr. 3/4