Verder moest er een schoorsteen komen, die op de grond 'ses voeten weyt' was. De schoorsteen diende in het midden een liggende en een staande plaat te krijgen. Witte wandtegeltjes moesten de zijkanten sieren. In het zij kamertje moest ook nog een hoekschoorsteentje gebouwd worden. Dan nog in de woonkamer een bedstede met een spijskamer en een tweede bedstede half binnen en half voor met daaronder een kelder. De plavuizen op de vloer in de binnenkeuken en het zijkamertje behoefden niet glad te zijn. Maar voorhuis en entree moesten wel van gladde plavui zen voorzien worden. Verder moesten rondom wandtegeltjes in het voorhuis aangebracht worden. De balken onder de zolder moesten '8 a 6 duymen dik' zijn en de zolder 'vijf quartier dik' (hout van een dikte van 32 cm). De kap moest van 'rib ben' worden voorzien en het dak mocht met oude pannen worden gedekt. Het plaatsjeaan de voor- en achterkant moest van klinkers worden voor zien. De aangrenzende tuin moest '17 roeden vierkant'(ttn roede is circa 3,4 meter; een vierkante roede is dan circa 11,5 vierkante meter) met een schutting en palen van 'gemeen hout' (hout van gemiddelde kwaliteit). Alle verdere kosten, dus ook van smid en de 'glasemaker' die het pand moest voorzien van 'gemeen spiegelglaskwamen voor rekening van de aannemer. Het pand werd aangenomen voor 624. Te betalen bij voltooiing 150. Met Sint Maarten 50 en de rest in acht jaarlijkse pinkstertermijnen van 53. Stuyt moest al het timmerwerk doen en het hout en '300 vriese heelbakke tegelen' (plavuizen) leveren voor het bedrag van 175. Te betalen bij vol tooiing 75 en daarna in vierjaarlijkse pinkstertermijnen van 25. Op 10 juni 1744 verkocht de metselaar de termijnen die hij nog tegoed had alle rechten tot het bouwen van het huis') aan een koopman te Alkmaar. Over opdrachtgever Jacob Glas is wel wat meer bekend (HKZ, p. 544). Hij was stuurman op een vissersschuit. Hij overleed in 1781. Zijn schoonzoon Klaas Wijker verkocht op 16 juli 1782 het huis aan Engel Cornelisz (Kaap), eveneens Egmonder, voor de somma van 200. Die verkocht zijn huis op zijn beurt op 23 augustus 1795 voor 400 aan plaatsgenoot Cornelis Sloot. Toen Cornelis Sloot en zijn vrouw Engeltje Klaas waren overleden, werden huis en inboedel begin 1802 door de gevolmachtigden in de boedel Engel van Pel en Dirk Gul uit Egmond aan Zee aan laatstgenoemde verkocht voor 96 Geestgronden, 5 (1998), nr. 3/4

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Geestgronden - Egmonden | 1998 | | pagina 38