Afb. 18: De families Vendel en Hopman teelden samen aardappels in de duinen
kruiwagens naar omlaag afgevoerd worden. De sterksten namen de grootste
kruiwagens. In tien dagen was het gebeurd. Het waren de families Wijker,
Van der Molen, Vendel, Veldt en Hopman die het karwei klaarden.
In de oorlog is deze weg door de Duitsers verhard. Daar hoefde in die tijd
niet over gedebatteerd te worden! We hebben er maar kort profijt van
gehad. In de oorlog was het verboden gebied en lagen er mijnenvelden. Van
1946 tot 1954 is de grond nog in gebruik geweest, totdat de bollenteelt door
de provincie verboden werd.
Het land in duin had voor- en nadelen. Het leverde een mooi product en er
behoefde weinig gewied te worden. Nadelen waren, dat het land moeilijk
machinaal te bewerken was en overlast van wild. Het stropen was een van
de motieven van de beheerder, het Provinciaal Waterleidingbedrijf Noord-
Holland (P.W.N.), de mensen uit de duinen te weren. Ook de vervuiling van
het grondwater werd als reden genoemd. Maar het water was daar door een
dikke veenlaag ongeschikt voor drinkwater.
Hetzelfde P.W.N. stond overigens in de oorlog toe dat tegen een lage ver
goeding grote stukken grond gebruikt werden voor de teelt van rogge en
veldslazaad.
86 Geestgronden, 5 1998), nr. 3/4